De zestiende eeuw wordt in de Spaanse muziekgeschiedenis gedomineerd door Tomas Luis de Victoria en de (vaak Frans/Vlaamse) componisten van de Capilla Flamenca in Madrid zoals Philippe Rogier, George de la Hèle of Mateo Romero. Die dominantie heeft Francisco de Penalosa (ca 1470-1528) wat naar de achtergrond geduwd. Penalosa, die een generatie ouder was dan Victoria en tijdgenoten, was nochtans in zijn tijd een van de meest gewaardeerde componisten in het Spaanse muziekleven.

Met uitzondering van drie jaren dienst aan het pauselijke hof van Leo X, bleef Penalosa zijn hele leven lang in Spanje. Hoewel hij dus erg gewaardeerd werd op het Iberisch schiereiland, bereikte zijn muziek niet gemakkelijk Antwerpen of Venetië, twee vroege centra van boekdrukkunst van waaruit zijn motetten of missen breder hadden kunnen verspreid worden. Zodoende is veel van zijn werk nu nagenoeg onbekend gebleven. Een goed voorbeeld is de ‘Missa Nunca fue Pena Mayor’, een mis die het vocale Ensemble Gilles Binchois en Les Sacqueboutiers hier voorstellen in combinatie met enkele van Penalosa’s motetten en zuiver instrumentale stukken.

De verschillende delen uit de ‘Missa Nunca fue Pena Mayor’ werden over de hele cd verspreid en afgewisseld met losstaande vocale of instrumentale composities, zodat een totaalbeeld ontstaat van de muziek die tijdens een typische, belangrijke misviering in het Madrid van Ferdinand II en Karel V gebruikt werd. Het is een procedé dat heel wat andere cd-uitgaven van religieuze renaissancemuziek ook toepassen.

Penalosa’s muziekstukken zijn prachtige voorbeelden van de Spaanse renaissance. Men hoeft daarvoor maar de openingsmaten van de hymne ‘Sacris Solemniis’ te horen, met zijn zorgvuldig uitgekozen akkoorden en – in deze opname - delicate balans tussen zangers en instrumentalisten. Ondanks het feit dat de ‘Missa Nunca fue Pena Mayor’ slechts vierstemmig is geschreven, slaagt Penalosa erin om een dikke en complexe polyfonie te weven, iets wat delen als het ‘Kyrie Eleison’ of het ‘Sanctus’ erg indrukwekkend doet overkomen. Het ‘Gloria’ daarentegen is verrassend ingetogen en staat ver verwijderd van de vreugdevolle ‘Gloria’s’ in missen van Desprez of Gombert.

Met slechts vier zangers en vier instrumentalisten (cornetto, shawm, sackbut en dulciaan) bezit deze uitvoering niet het grandioze van bijvoorbeeld de opnames van Mateo Romero’s ‘Missa Bonae Voluntatis’ (RIC271) of van Giovanni Gabrieli’s ‘In Festo Sanctissimae Trinitatis’ (RIC259) zoals die door het ensemble La Fenice uitgevoerd werden. Daartegenover staat een kleinschaligheid die het intieme karakter van Penalosa’s stukken benadrukt en onder meer mooi tot uiting komt in het motet ‘Memorare Piisima’.

De muziek wordt echter wat naar beneden gewogen vanwege te bijna totale afwezigheid van improvisaties en versieringen, die men in dit repertoire ‘diminuties’ noemt. Zulke uitgebreide en ter plekke verzonnen versieringen vormen een onlosmakelijk deel van muziekpraktijk uit de zestiende- en zeventiende eeuw (en van oudere muziek) en worden in talloze muziekmethodes uit die tijd beschreven. Het zijn net zulke versieringen die renaissancemuziek zijn elegantie en zijn virtuositeit verlenen. Ze zijn niet uitgeschreven en worden aan de discretie van de uitvoerder overgelaten. Vooral de zuiver instrumentale stukken van Penalosa komen op deze cd dan ook wat karig over in vergelijking met de weelderige briljantie die men in soortgelijke instrumentale muziek van Willaert, Gabrieli of Lassus terugvindt.

Een relatieve karigheid wat versieringen betreft brengt echter de schoonheid van Penalosa’s muziek duidelijk naar voren. Zorgvuldig uitgekozen samenklanken en een meerstemmigheid die verstaanbaar is en trouw aan de Latijnse tekst overkomt, zorgen voor muziek die een zeldzame delicaatheid bezit. De zorgvuldig afgewerkte uitvoering, door een relatief klein ensemble past in dat opzicht perfect bij deze muziek.

Meer over Francisco de Penalosa


Verder bij Kwadratuur
  • Helaas geen extra info meer.

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.