No strings attached. Dat was het uitgangspunt van het concert dat pianist Paul Plimley, bassist Barry Guy en drummer Lucas Niggli speelden op het jazzfestival in Vancouver in 2010. Het trio zou niet meer zijn dan een gelegenheidsband zoals die in de wereld van jazz en geïmproviseerde muziek voortdurend ontstaan en weer verdwijnen. Door het succes van dat eenmalige concert zag het drietal echter plots mogelijkheden. Begin 2012 trokken ze daarom op tournee door Europa - waarmee ze ook in België halt hielden – en profiteerden van de gelegenheid om een opname te maken voor het Zwitserse Intakt.

Terwijl van Guy en Niggli om de haverklap nieuwe albums verschijnen, is een release met of van de 59-jarige Plimley eerder zeldzaam. Bewijs: het voorbije decennium verschenen slechts een vijftal platen waaraan hij zijn medewerking verleende, wat opvallend weinig is voor een improviserend musicus met enige staat van dienst. De Canadese pianist is dan ook de minst actieve en de minst bekende van de drie, al zou men dat op basis van dit ‘HexenTrio’ niet zeggen. Plimley is hier alomtegenwoordig en manifesteert zich opvallend ten opzichte van zijn medespelers. Met hyperactieve loopjes en vliegensvlugge reacties op andermans impulsen lijkt de pianist al zijn creativiteit voor dit project te hebben bewaard.

Die energetische uitwisseling van ideeën, vragen en antwoorden is een tactiek die ook de anderen al dan niet bewust hanteren. Er wordt geïnterageerd op microscopisch niveau, elke kleine ritsel van Niggli is een reactie op een aanzet van piano of contrabas, maar evengoed omgekeerd. De meeste improvisaties zitten propvol beweging met als gevolg dat elk van de zeventien stukken slechts twee à drie minuten in beslag nemen. Opener ‘Flo Vi Ru’ is met ruim zeven minuten een uitzondering, maar vat als geen ander deze plaat samen: heftig en hyperkinetisch maar met een melodische en soms zangerige ondertoon.

Hoe flitsend het er soms ook aan toe gaat, het trio leunt regelmatig nadrukkelijk aan bij het klassieke jazzpianotrio. In ‘Arcdesedo’ hangt zelfs een jaren vijftig-sfeertje en kan men de sigarettenrook in de club bijna ruiken. Plimleys donkerromantische akkoorden passen dan wel niet een of ander vertrouwd schema, de referenties zijn mede dankzij Guy’s basloopjes overduidelijk. In het daaropvolgende ‘Totius Quotius’ voegt een los swingende Niggli zich bij het duo, wat het resultaat wat doet opschuiven naar rebels groovende freebop.

In de meeste stukken waant de luisteraar zich echter in een flipperkast. Zo worden toetsen, snaren, drumvellen en cimbalen in ‘Flutterby’ zo snel en stilletjes beroerd dat het klankbeeld helemaal wazig wordt en het klinkt alsof de wind een hoop dode bladeren met gevoel voor muziek de lucht heeft ingeblazen. Zelfs in het humoristische ‘Come and Go’, dat de drie muzikanten vullen met druk getater in een ter plekke verzonnen taal, is de nervositeit een constante. Het maakt van ‘HexenTrio’ niet meteen de ideale zondagochtendplaat, zelfs niet voor de doorwinterde improvisatiefanaat die wel wat kan hebben bij zijn eerste koffie van de dag. Al is de combinatie met een dosis cafeïne in dit geval niet meteen aan te raden.

Meer over Paul Plimley, Barry Guy & Lucas Niggli


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.