Gevierd vibrafonist Pascal Schumacher en geroemd pianist Jef Neve zijn al lang geen vreemden meer voor elkaar. In 2003 nodigde Schumacher (van Luxemburgse origine) onze Vlaamse piano-held Jef Neve uit om in zijn kwartet te komen spelen. Neve ging graag op het voorstel in en zou vijf jaar en drie studio-albums aan de zijde van Schumacher toeven. Die samenwerking was de gouden periode voor Pascal Schumacher en zijn kwartet, dat met de opgang van Neve uiteraard meeprofiteerde van de onverwachte media-aandacht. De frisse composities van het kwartet resulteerden in fraaie stukken waar met gevoel voor humor naar de jazz-traditie gekeken werd. Het geestige 'Satieologie' van het album 'Change of the Moon' uit 2004 blijft in het collectieve geheugen als zijnde een bijzonder geslaagde knipoog naar de Franse componist.
Anno 2010 liggen de kaarten er anders voor. In het bijgevoegde boekje zeggen Schumacher en Neve expliciet dat ze de grenzen tussen klassieke muziek en jazz willen overbruggen. Het openingsnummer 'Wonderworld' heeft meteen een aardig handje weg van de smeltkroes die 'Face to Face' wil zijn. Overduidelijk geïmproviseerde lijnen wisselen meer complexe gecomponeerde passages af, in een wisselvallig stuk dat vlot van de ene sfeer in de andere overgaat, schijnbaar zonder enige vorm van logica. Het orkestrale waar Neve zo van houdt, duikt sedert de creatie van zijn grillige piano-concerto steeds vaker op in zijn muziek. In het openingsnummer doen de pompeuze akkoorden echter denken aan een karikatuur op de klassieke muziek, juist omdat het nummer contextueel geen steek houdt. Nochtans, na meerdere keren luisteren, blijkt het stuk wel degelijk een interne logica te bezitten, maar die is en blijft te vergezocht om een modale luisteraar aan te spreken.
'I've Found Him' klinkt meer als Neve, maar ook dat nummer blijft amper aan de ribben plakken. De uitwerking is nogal oppervlakkig en het grotere verhaal ontbreekt. 'Little Spider' bloeit anderzijds prachtig open van een mystieke compositie tot een extraverte solo van Neve, waarin het duo terug jazz gaat maken zoals dat op de vorige platen van Schumacher het geval was. De bescheiden kwaal van 'Face to Face' bestaat er namelijk in dat Schumacher en Neve een milde vorm van intellectualisme in de muziek willen leggen, wat niet strookt met hun achtergrond, noch met hun onorthodoxe bezetting. Zoals de kwartet-opnames van Schumacher en de trio-platen van Neve doen vermoeden, zijn het allebei muzikanten die vooral in de jazz-traditie naambekendheid verworven hebben. Het plotse gedweep met Debussy en Bach is bij de haren gesleurd en hopeloos pretentieus. Het wondermooie stuk 'Dreamlike Space', alweer met een bijzonder geheimzinnig begin, onderbouwt de stelling dat Schumacher en Neve zich beter tot hun leest zouden beperken: de ontroerende solo's en het hechte samenspel bewijzen dat de natuurlijke habitat van deze muzikanten niet bij de gecomponeerde muziek ligt. 'Together at Last' is leuk, maar de vele opgelegde wijzigingen in tempo en stijl beperken de vrijheid en maken spontaniteit onmogelijk. Het resultaat is een half geslaagde poging tot jazz, met veel spelplezier, maar weinig creativiteit. Bobby Hutcherson's 'Cirrus' krijgt dan wel weer een geslaagde jazzy lezing, die Schumacher en Neve met hun totaal verschillende solo's allebei kostelijk opentrekken.
Opvallend is dat de composities van Schumacher duidelijk de betere zijn. 'Little Spider' en 'Dreamlike Space' werden reeds aangehaald, maar ook 'Ancil' draagt een mystieke schoonheid in zich die Schumacher tegenwoordig als zijn handelsmerk lijkt te hanteren. Ook dit nummer bloeit hemels open tot een ontroerende climax. 'Almalyk' is heftiger van opzet: het percussieve in Neve's spel komt deze keer wel perfect tot zijn recht en de manier waarop Schumacher het bezetene van Neve countert, is bijzonder geslaagd.
In zijn geheel is 'Face to Face' een wispelturig album, maar de overheersende teneur is zeker positief. De ironie is dat de poging tot het uitvinden van een nieuw genre de mist ingaat, terwijl dat precies het voornaamste opzet was. Anderzijds zijn zowel Schumacher als Neve twee geïnspireerde jazz-muzikanten die elkaar rijkelijk beïnvloeden en opzienbarende dialogen ten gehore brengen. Een meesterwerk is 'Face to Face' nog niet, hoewel het album bij elke luisterbeurt aan emotionele impact wint. Als de pretenties de volgende keer worden opgeborgen, kan deze samenwerking zeker en vast een pareltje van formaat opleveren.
Meer over Pascal Schumacher & Jef Neve
Verder bij Kwadratuur
Interessante links