Weinig componisten uit de renaissance zijn zo gemythologiseerd geweest als Giovanni Pierluigi da Palestrina (1525-1594), de man die met zijn hemelse muziek zogezegd de polyfone kerkmuziek redde van de hervormingsdrang van de kerkvaders tijdens de contrareformatie. In romantische geschiedenisboeken of nog het meest opvallend in de opera van Hans Pfitzner ‘Musikalische Legende: Palestrina’ wordt hij voorgesteld als een eenzame en misbegrepen man die koppig voor zijn kunst vecht. De werkelijkheid was vanzelfsprekend minder poëtisch. Palestrina was een ongeëvenaarde componist en vakman wiens vernieuwingen perfect pasten in het ruimer kader van de zestiende-eeuwse muziek. Bovendien was hij allerminst wereldvreemd: hij had een acute zin voor zaken en wat iemand die er bewust voor zorgde dat zijn muziek dankzij de nieuwe boekdrukkunst snel en wijd verspreid kon worden.
Deze cd is het eerste volume in wat een hele reeks met Palestrina-opnames moet worden door het Engelse kamerkoor The Sixteen. Het is niet de bedoeling om Palestrina’s integrale oeuvre op plaat te zetten want dat zou een onmogelijke opgave worden maar om telkens een belangrijke grotere compositie te belichten, samen met kortere motetten die er stilistisch of inhoudelijk mee verband houden. Voor deze cd viel de keuze op de ‘Missa Assumpta est Maria’, een mis die geschreven werd voor de gelegenheid van Maria Hemelvaart. Het gelijknamige motet dat de basis vormt van de mis werd ook ingezongen, net als enkele andere motetten met de maagd Maria als onderwerp. Het gaat dan bijvoorbeeld om een ‘Salve Regina’ en een ‘Ave Maria’, net als drie zettingen van het Bijbelse hooglied, Hebreeuwse liefdespoëzie uit de derde eeuw voor Christus die uiteindelijk zijn weg naar de Bijbel vond. De stap van profane liefdesgedichten naar religieuze teksten die het lof van Maria bezingen, is soms erg klein! Met zijn sensuele en soms erotische inhoud werd het gretig door componisten op muziek gezet, niet in de laatste plaats door Palestrina, die voor zijn vierde boek met ‘Madrigali Spirituali’ uitsluitend teksten uit het hooglied gebruikte.
The Sixteen is een kamerkoor dat Palestrina’s muziek met vier tot zes zangers per stem uitvoert, ideaal gesproken genoeg om een volle klank te behalen maar klein genoeg om transparant te blijven klinken. Met die volle klank zit het erg goed op deze opname. Het koor verzorgt een samenklank waarin geen individuele stremmen overheersen en die rond en egaal overkomt. Het doet veel voor het devotionele karakter van de tragere passages, zoals het begin van het ‘Salve Regina’, waarmee de cd opent. Snellere passages stellen dan weer wat teleur want het is alsof vooral de middenstemmen moeite hebben om de snel door elkaar lopende zanglijnen helder te brengen. Het resultaat is wat modderig in zulke zeldzame snellere passages als in het motet ‘Assumpta est Maria’
Daar staat echter een heerlijk malse sopraansectie tegenover, die op zinnen als het ‘Quoniam’ uit het ‘Gloria’ van de mis een prachtig zuivere en welluidende klankkleur kan maken. De teksten die Palestrina gebruikt zijn trouwens uitstekend verstaanbaar, wat het niet slechts het gevolg is van Palestrina’s meesterlijke fusie van woord en muziek maar ook van de aandacht die Harry Christophers aan dictie en tekstinhoud besteedt.
Revolutionair is deze opname niet. Instrumenten die wel de koorstemmen dubbelen blijven achterwege en Harry Christophers kiest voor eerder bezadigde, rustige tempi. Het resultaat is een kalm en capabel uitgevoerde opname van Palestrina’s muziek; muziek die met zijn aanlokkelijke harmonie en doordachte polyfonie tot een absoluut hoogtepunt van de zestiende eeuw behoort.