Het Britse Pagan Altar geniet – dankzij een hernieuwde interesse in klassieke doom metal – van meer aandacht dan ooit; getuige daarvan is de heruitgave van Pagan Altar's oude werk. Nu ja, veel nieuw werk hebben de heren niet bepaald uitgebracht aangezien deze band veel pech kende in zijn carrière. Het is wel sterk dat ze vandaag de dag nog steeds bestaan en hun op Rainbow en Black Sabbath geënte muziek het zwerk in sturen. 'Lords of Hypocrisy' is zonder twijfel hun meest donkere en heftige werk en daardoor ook een van hun beste schijven.
Het titelnummer mag aftrappen en doet dat ontegensprekelijk in de stijl die Pagan Altar toch doet opvallen: boven een slepende mokerriff duiken meanderende melodieën en soli op die niet zouden misstaan in de klassieke heavy metal. Die ogenschijnlijk tegenstrijdige aanpak is hét kenmerk van de band bij uitstek en ze spelen dat dan ook netjes uit. Maar of het ligt aan de productie of de songs: Pagan Altar klinkt hier heftiger en zwaarder dan ooit.
De groep was trouwens kwaad en wie daar aan twijfelt, moet maar een kleine greep doen uit de songtitels: 'Satan's Henchmen', 'Sentinels of Hate', 'Armageddon',... Die eerder donkere lyriek uit zich in zwaarder klinkende songs. Pagan Altar duikt hier niet in de val van vele collegae en blijft spelen met die soms fris klinkende melodieën, die echter op een ander moment vrij griezelig overkomen. Zo kent 'The Devil Came Down to Brockley' een hypnotiserende riff en dito melodie die onder de huid kruipt als een venijnige teek.
Het enige dat mensen kan tegenhouden om Pagan Altar te ontdekken, is de zang. Die is en blijft erg hoog en nasaal en staat alweer vrij hard vooraan in de mix, waardoor die veel van de aandacht opeist. Het is eigenlijk best jammer, want dat neemt veel weg van de puike songs. Maar aan de andere kant: zo moeilijk om overheen te komen is dat ene euvel nu ook weer niet.
'Lords of Hypocrisy' is met voorsprong de zwaarste schijf van Pagan Altar en daardoor misschien ook hun beste. Het is zeer zeker geen spek voor ieders bek, maar wie de muziek graag apart heeft, doet er allicht goed aan dit album op te snorren.