Othmar Schoeck is een van die vroeg twintigste-eeuwse componisten die trouw zijn gebleven aan een romantisch idioom en zich verre hielden van (al te) modernistische experimenten. Misschien is het daarom dat deze Zwitserse componist die zijn hele leven lang in Zürich gewoond en gewerkt heeft, misschien wat tussen de plooien van de geschiedenis terecht is gekomen. Onterecht, want Schoecks oeuvre, dat voor het grootste deel uit liederen en liedcycli bestaat, mag best gehoord worden. Op deze cd speelt de Zwitserse cellist Christian Poltera de twee composities die Schoeck voor solo cello schreef – een concerto en een sonate, samen met enkele transcripties van diens liederen.
Zowel het concerto als de sonate voor cello dateren uit Schoecks laatste jaren (1948 en 1958 respectievelijk) en zijn geschreven in een weinig dissonante, meer diatonische stijl die soms erg klassiek kan aandoen. Beide werken bevatten referenties aan Schoecks andere composities; zo citeert hij in het celloconcerto enkele van zijn liedcycli, terwijl de sonate, zijn allerlaatste compositie, thema's uit het concerto opnieuw voor de geest haalt. Net zoals het concerto had de sonate – een soort eerbetoon aan Schoecks twee jaar ervoor overleden broer, zelf een getalenteerd cellist – ook vierdelig moeten worden maar Schoeck stierf nadat hij maar drie delen had afgewerkt en daarom eindigt dit werk wat ongebruikelijk met een traag deel.
Christian Poltera voert de werken op deze uitgave met verve uit, met onverholen heroïek in het openingsdeel van het concerto. Hij bezit een erg zuivere klank, passend zwaar in de laagte en steeds tamelijk breed maar zonder overdreven veel vibrato, wat veel doet voor de helderheid van de uitvoering. Het is trouwens bijzonder plezierig om te horen hoe goed Poltera zijn stijl van spelen aanpast wanneer hij het concerto, de sonate of de liedtranscripties uitvoert. Terwijl hij in het concerto erg bewust tegen een strijkorkest opspeelt, met lange, lyrische en breed gedachte frases in de eerste twee delen en veel opzichtige virtuositeit in de twee laatste, is de sonate veel kleinschaliger geïnterpreteerd. De liederen zijn dan weer puur vocaal gedacht en hierin wordt Poltera uitstekend bijgestaan door pianist Julius Drake, die erin slaagt precies de juiste intimistische sfeer te creëren.
Deze cd vormt een mooi eerbetoon aan deze vergeten componist. Terwijl zowel concerto als sonate geslaagde composities zijn, die de cello in al zijn glorie aan het woord laten, maken de intieme liedtranscripties toch duidelijk dat Schoecks eerste verdienste er een als liedcomponist was.
Meer over Othmar Schoeck
Verder bij Kwadratuur
Interessante links