De Australische Irakees Oren Ambarchi is inmiddels al een kleine dertig jaar aan het musiceren, maar het is pas sinds de millenniumwissel dat de drummer zich in de obscure wereld van gitaardrones en industriële ambient is gaan verdiepen. Inmiddels heeft de meester van de grijze mistzone legendarische platen met ondermeer Fennesz, SunnO))) en Biosphere opgenomen, waarin de voorliefde voor mystiek en minimalisme ten top wordt gedreven. Met ‘Audience of One’ (zowat zijn vijfentwintigste release) doet de overijverige producer het nog eens op zijn eentje en worden invalshoeken uit jazzmuziek en noise heerlijk vermalen in een intrigerende ambienttrip.
Het is altijd leuk als een plaat een verhaal heeft, zeker als het gaat om minimale elektronica. Dat beseft Ambarchi maar al te goed. Net als bij andere releases, evolueert ‘Audience of One’ van een fantasierijk, dromerig schouwspel tot een luidruchtig, mechanisch geheel om gelukkig tijdig weer in een verdwalende waas weg te zinken. Gedurende vier passages bouwt de dronefanaat een luistertrip op die – achteraf beschouwd – toch vrij zwaar op de maag ligt.
In opener ‘Salt’ is het zorgeloosheid troef. Getrokken door verheven samenzang neigt dit (kortste) nummer tot hogere sferen. Een wat bedompte, monotone koorzang (de vermenigvuldigde stem van gastzanger Paul Duncan van Warm Ghost) en ten hemel reikende viool en cello zorgen voor een mooi spektakel met een neoklassieke uitstraling, een soort van liefdesmantra waarin toch een terneergeslagen gevoel vervat zit.
Opvolger ‘Knots’ vormt met zijn 33 minuten de hoofdmoot van deze plaat. Aanvankelijk mag de luisteraar nog in zijn roes blijven, door een tikkend jazzdrumspel op de hihat (zelden op snaredrum) dat wordt ingekleurd door soundscapes en geluidsimpressies die elkaar in een mysterieuze mist opvolgen. Kille metaalklanken, industriële tonen, gekraak, gepiep en gesnerp komen meer en meer bovendrijven en maken deze eindeloos lange trip intenser en intenser tot een luidruchtige drone overblijft. Suggestie transformeert in geluid en geluid gaat over in noise. Want na een twintigtal minuten beginnen versterkers te ronken, worden klanken overstuurd en neem ruis het over van zuiverheid. Een luisteraar die pas na een half uur op ‘Audience of Mind’ inschakelt, krijgt een herrie van een door een strijkstok verkrachte gitaar en hardnekkig hihatgetik over zich heen. Gelukkig laat Ambarchi alles ook weer rustig uitsterven tot een lang, monotoon zweeftapijt dat voor een heilzame verademing zorgt.
De resterende twee tracks brengen opnieuw wat meer luchtigheid in dit album. ‘Passage’ laat een klassieke pianocompositie weerklinken in een grote lege ruimte waarbij de stem van Jessika Kenney op de voorgrond treedt en zowel de subtiele ondersteuning van vervormde vioolstrijken als de passage van diverse akoestische instrumenten als Hammond of hoorn een melancholisch gevoel opwerken. Maar de grootste verrassing brengt allicht afsluiter ‘Fractured Mirror’, een nummer uit 1978 van de sologitarist van Kiss(!), Ace Frehley. In deze bijna gezapige, folky vertolking spant Ambarchi vocaal samen met Natasha Rose, rinkelen wijnglazen en zorgen akoestische gitaar en mellotron voor een feestelijk sfeertje. Toch blijven ook hier glijdende, onderbouwende klanken een belangrijke rol spelen.
‘Audience of Mind’ is een boeiend luisterspektakel met vier totaal verschillende gezichten waarmee Oren Ambarchi de uithoeken van zijn elektronisch rijk verkent. Zweverige ambient, luidruchtige drones en zelfs licht psychedelische folkrock horen in het rijtje thuis. Zonder dat het opvalt, werkt een klein leger muzikanten en instrumenten mee aan deze misschien niet geheel coherente, maar toch indrukwekkende plaat.