De biografie van Garrett List is bepaald indrukwekkende lectuur. Hij had contact met Pierre Boulez, John Cage en Luciano Berio, was lid van Musica Elettronica Viva en liet zich in met freejazz. Allemaal muziek die zich eerder op het scherp van de snee afspeelt, maar daarvan is weinig te merken op ‘Orchestra Vivo’, de eerste cd van het nieuwe, gelijknamige project van List.
Het Orchestra in de naam is geen uiting van misplaatste megalomanie, want met een dertigtal muzikanten (hoofdzakelijk strijkers, hout- en koperblazers) is de groep van List effectief de naam orkest waardig. Ondanks deze stevige bezetting zoekt de muziek, gecomponeerd door List en enkele collega’s, nooit de extremen op, wel integendeel. Dwalend in de schemerzone tussen easy listening jazz, pop en vooral veel filmmuziek, genre klassiek drama, klinkt ‘Orchestra Vivo’ schaamteloos toegankelijk en vooral erg kleurrijk. Nooit zijn de stukken zwaar op de hand of kreunen ze onder een kunstmatig sérieux. Van de eerste tot de laatste noot blijft het geluid flexibel met trippelende houtblazers, romantische strijkers en (soms iets te) goedmoedige solo’s.
In de kortere tracks blijft de muziek vaak eenvormig. ‘The Heart’, met List zelf als zanger, is een Disney-achtig nummer dat moeiteloos in het geheugen blijft rondtollen, terwijl ‘Orient/Occident’ klinkt als een jazzwals met een oosters parfum. Enkele keren gaat List te raden bij de klassieke muziek en zo klinkt ‘664 – A Conversation With mr. Schubert’ als een classicistisch pianoconcerto met jazzy klarinetsolo als middendeel en is ‘Bobby’s Liebeslied’ gebaseerd op Schumanns ‘Widmung’.
Steeds blijft echter de luchtige en onschuldige ondertoon bewaard, ook wanneer de muziek expliciet eclectisch wordt. Dat gebeurt het meest uitgesproken in ‘Ranad’s Dance’ van Emmanuel Baily dat op gang getrokken wordt door Indische tabla’s. Later zorgen geavanceerde accenten, blazers die vogeltjes in de symfonieën en Lieder van Mahler lijken te evoceren en een meer uitgedachte contrapuntische uitwerking in verschillende lagen voor andere invalshoeken en meer muzikale diepgang. Deze multi-stilistische benadering sluit in pocketgedaante het album af met ‘A Treasure’ van LouisLouis dat opnieuw aan de Disney-boom schudt, waar even later ook cartoonmuziek, dertigerjaren swing en een vleugje Mexicaanse ambiance uit vallen.
De flair, lichtheid en vakkundigheid van de composities, de arrangementen en de uitvoering, heffen ‘Orchestra Vivo’ naar een hoger niveau. Verrassend is het nooit, maar charme heeft de muziek wel. Toch voor wie mee wil gaan in de soms wat camp-achtige benadering van List en zijn ploeg.