"Opeth exist in a genre of one." Hoewel de perstekst van 'Watershed' nog zo'n drie bladzijden verder gaat, is alles in de eerste zin eigenlijk al gezegd: deze Zweedse death metalreuzen hebben met hun authentieke stijl al sinds hun debuut 'Orchid' (1995) conventies, verwachtingen en categoriseringen steevast op hun kop gezet. Nochtans waren de laatste jaren niet mals voor Opeth: nadat het kwartet toetsenist Per Wiberg aan zijn rangen toevoegde en met het verpletterende 'Ghost Reveries' (2005) een album maakte dat al hun vorige werk met verve overtrof, bleek drummer Martin Lopez aan een zeldzame bloedziekte te lijden, die hem net iets te regelmatige paniekaanvallen bezorgde. Ietsje later stapte ook gitarist-van-het-eerste-uur Peter Lindgren op: twee aderlatingen die fans logischerwijze het ergste deden vermoeden. Frontman Mikael Åkerfeldt probeerde alle ongein echter in zijn voordeel te laten uitdraaien – en jawel hoor, dat is 'm nog gelukt ook.
Op deze nieuwe 'Watershed' prijken zeven nummers, en meteen ook zeven hoogtepunten. Wat de vijf bescheiden Zweden op dit album doen, overstijgt zonder twijfel al hun vorige muzikale kunstwerkjes. Het geheel opent meteen vrij opvallend met het sublieme 'Coil': een folknummer van slechts drie minuutjes, waarin Åkerfeldt zowel zijn akoestische gitaar als gastmuzikante Nathalie Lorichs de sterren van de hemel doet zingen. Wie dacht dat Opeth echter de rustigere toer opging, zal bijzonder hard mogen roepen: opvolger 'Heir Apparent' is namelijk een onverwachts aanvallende mokerslag van formaat, waarin loeiharde grafgrunts, ziekelijk racende basdrums en vingervlugge gitaarsolo's het mooie al dan niet slechte weer maken. Op sommige momenten lijkt het wel alsof Morbid Angel en Nick Drake het met elkaar uitvechten in een op hol geslagen jukebox. Wanneer een majestueuze strijkercrescendo het leger van alles versmeltende gitaren nog even komt versterken, wurmt de energie zich bijna voelbaar uit de stereo.
'Burden' klinkt dan weer als een pompeuze seventies-ballad die het midden houdt tussen Zeppelin, Floyd en Scorpions. Åkerfeldt zong nooit mooier, zowel het epische refrein als de bloedmooie solo's staan als een villa, en de manier waarop de geweldige akoestische eindriff stelselmatig wordt ontstemd (lees: muzikaal verkracht) is een staaltje van zelfrelativering waar menige metalband een voorbeeld aan zou mogen nemen. De heerlijke eerste single 'Porcelain Heart' combineert op zijn beurt een door nieuwe snarenplukker Fredrik Åkesson geschreven Black Sabbath-refrein met de meest onrustwekkende strofe die Åkerfeldt tot hier toe al uit zijn pen toverde. Nieuwe ketelmepper Martin Axenrot mag volgens de beste freejazztraditie een tegen alles in dravende drumsolo door het tweede refrein gooien, terwijl het zachtjes zwierige middenstuk zelfs de meest fervente ADHD'er meteen tot rust zal brengen. Ook de prachtige afsluiter 'Hex Omega' (een echt kerkorgel inclusief) weet het gegeven 'songstructuur' subtiel heruit te vinden, terwijl Axenrot in de opvallend open klinkende outro weer bijzonder verfijnde fill-ins uit het niets doet ontstaan.
De twee hoogtepunten zitten mooi verscholen tussen al dat vorige goeds. Het geflipte 'The Lotus Eater' draagt een onrustwekkende paranoia met zich mee die moeilijk te definiëren valt: harmonische zanglijnen galopperen op strakke blastbeats, gitaren trekken met de regelmaat van de klok Chinese geluidsmuren op, dubbele mellotronpartijen gaan duels met elkaar aan over proggy funkgrooves, en na het grootse einde blijft de luisteraar geïsoleerd achter in een doffe, gezapige gekkenhuissfeer. Het pièce de résistance van 'Watershed' komt echter in de vorm van 'Hessian Peel': een contrastrijke mastodont die tjokvol monsterriffs zit gepropt en ruim elf minuten lang een meesterlijke ingehouden spanning tentoonspreidt. Åkerfeldt stoeit hier en daar met achteruitgespoelde zangpartijen; snaren en toetsen staan garant voor zowel bloedmooie melodieën als origineel getokkel, terwijl basgitaar en orgel een kriebelende dreiging over het hele nummer strooien.
Alle songs op 'Watershed' zijn van een overdonderend topniveau, de frisse productie en de organische klank vormen eveneens een voorlopig hoogtepunt in Opeths carrière, en ook stilistisch gezien is het plaatje letterlijk af: de gelimiteerde versie van het album bevat namelijk extra songs, een making of-dvd en een apart boekje met fijn suggestief artwork. 'Watershed' is simpelweg een plaat die elke moderne en niet al te traditionele metalliefhebber in de kast zou moeten hebben staan. Inderdaad: 'Opeth exist in a genre of one.'
Meer over Opeth
Verder bij Kwadratuur
Interessante links