Messiaens 'Quatuor pour la fin du temps' mag gerust een van de grootste werken van de twintigste eeuw genoemd worden. Het is een van de relatief weinige kamermuziekwerken van deze grote Franse componist en werd geschreven voor zichzelf plus drie medekrijgsgevangenen (een violist, klarinettist en cellist, met Messiaen zelf als pianist) in een Duits kamp tijdens de tweede wereldoorlog. Het Franse Wanderer klaviertrio zocht de medewerking van klarinettist Pascal Moraguès in dit eerbetoon aan Messiaen, die dit jaar zijn honderdste verjaardag zou vieren.
Het Wanderer Trio, dat bij Harmonia Mundi voor prachtig levendige uitvoeringen van de trios van onder meer Mendelssohn of Schubert zorgde, gaat hier een wat andere kant op. Dit 'Quatuor pour la fin du temps' klinkt heel volwassen en bedachtzaam. Een warme aanpak die bij een romantisch werk niet zou misstaan, blijft (en geeft dit kwartet een uitzonderlijk boeiende interpretatie mee) maar tegenover de gedrevenheid van vorige opnames met klassiek repertoire staat hier een diepzinnige introspectie. Stille, trage passages krijgen meer dan hun volle waarde mee. In het derde deel, 'Abîme des Oiseaux', voor klarinet solo slaagt Moraguès erin elke lange frase schijnbaar eindeloos te doen klinken, met langgerekte melodieën en een heel intieme maar humane klank. Doordat hij elke nieuwe inzet met uiterste zorg plaatst, zijn de plotse uitbarstingen van virtuositeit in dit deel niet meer dan korte onderbrekingen. Het eerste deel, 'Liturgie de Cristal' voor klarinet, viool en piano klinkt bedachtzaam met zorgvuldig neergezette akkoorden in de piano en viool en klarinet die erboven zweven maar nergens gehaast gaan klinken. Zo gaat dit deel als heel authentieke Messiaen klinken, als een kalme pastorale tegen een achtergrond van vogelimitaties.
Het 'intermède', het vierde deel, wordt als een soort van scherzo opgevat en klinkt heel klassiek in de comfortabele manier van spelen en in het speelse gevoel voor humor dat de drie muzikanten (klarinet, viool en cello) in dit deeltje houden. Hier hoort men een Messiaen die de negentiende-eeuwse, romantische traditie trots met zich meedraagt. Ook het erop volgende 'Louange à l'éternité de Jésus' voor cello en piano doet in zijn uitvoering erg sterk aan de cellomuziek van Saint-Saëns of Fauré denken, met een warmbloedige interpretatie die, ondanks het trage tempo als een hoogst persoonlijke klaagzang klinkt. Dat is ook het geval met de haast romantische interpretatie van het laatste deel 'Louange à l'immortalité de Jésus', waar violist Jean-Marc Phillips-Varjabédian het gebruik van een warme en snelle vibrato niet schuwt.
Daarom is het wat jammer dat net het bekendste deel van dit kwartet, het onvoorspelbare 'Danse de la Fureur, pour les sept trompettes' wat te bruusk en te ruw klinkt. De uitvoering zelf is vlekkeloos maar het Wanderer Trio slaagt er niet echt in een opzwepende en natuurlijk klinkende ritmiek in deze muziek te houden, alle concentratie lijkt te gaan naar het precies uitvoeren van deze aartsmoeilijke unisonos.
Om de cd af te sluiten werd voor een ander en korter werk van Messiaen gekozen namelijk het 'Thème et variations' voor viool en piano, een werkje dat een heel frisse en slanke interpretatie meekrijgt. Op vele momenten (de pianobegeleiding van de eerste variatie bijvoorbeeld) haalt men zo de préludes van Claude Debussy voor de geest met hun kleurrijke harmonisaties. In deze gevarieerde uitvoering krijgt haast elke variatie, als een soort van korte scenische schets, zijn kenmerkende karakter mee. Met twee doorleefde en gevarieerde uitvoeringen trekt het Wanderer trio een directe lijn van de Franse romantiek door naar deze modernistische muziek en laat het een Messiaen horen die klassiek maar tegelijk erg doorleefd en diepzinnig klinkt.
Meer over Olivier Messiaen
Verder bij Kwadratuur
Interessante links