Olivier Greif was een Franse componist van Pools-joodse oorsprong die een beetje apart stond van de mainstream avant-garde van de late twintigste eeuw. Hij stierf vrij jong, op vijftigjarige leeftijd, in het jaar 2000. Zijn oeuvre is eerder beperkt en Greif schreef vooral voor kleine bezettingen, zoals deze cd, waarop zijn pianotrio en zijn cello sonate staan, laat horen. Greifs muziek is programmatisch, al blijft zijn schrijfstijl abstract want in plaats van concrete beelden muzikaal te beschrijven, werkt hij met een soort van muzikale collagetechniek. Daarin doorspekt hij zijn werken met bekende en minder bekende thema's en melodieën uit de Europese muziekgeschiedenis. De 'Sonate da Requiem' is daar een goed voorbeeld van: het werk is formeel opgevat als klassieke sonate voor cello en piano, vierdelig, maar werd opgebouwd rond het thema van 'de dood'. En binnen het stuk citeert Greif dus uit werken die met sterven te maken hebben: van volksliedjes of protestantse psalmen tot grote klassieke werken zoals Mahlers 'Das Lied von der Erde' of Strauss' 'Also sprach Zarathustra'.
Doordat er niet zelden volksmelodietjes geciteerd worden, doet Greifs muziek vaak tonaal aan, al blijft het in wezen atonale muziek. Het gebruik van herkenbare, eenvoudige melodieën, die een rol spelen als leitmotieven, tussen het atonale geweld van de verschillende instrumenten (in het trio wordt de pianist verwacht vierentwintig keer met beide armen op het klavier te slaan) maakt dat de muziek een herkenbare structuur krijgt, en gemakkelijker verteerbaar wordt. Enkele woeste, snelle delen, met hun frappante ritmiek en verbeten karakter, doen dan weer eerder aan Shostakovich denken dan aan laat twintigste-eeuwse avant-garde. Samen met de uiterst intieme passages die zijn muziek rijk is, zorgt dat ervoor dat Greifs werken een apart plekje kunnen innemen in hedendaagse literatuur.
Het 'Trio avec Piano' is eveneens een werk dat veel wint aan zijn sterke innerlijke gebondenheid. Het is opgebouwd rond een kernmotief van vier tonen en beschrijft een geleidelijke overgang van duisternis naar licht. Het stormachtige, donkere eerste deel (dat, niet verrassend, het onderschrift 'de Profundis' meekrijgt) loopt, langs een mank lopende wals en een serene 'Romanze' over in een lichtvoetig, optimistisch laatste deel.
De uitvoering blinkt uit door zijn diepte en intensiteit. Vanaf het zachte begin van de sonate, waarbij de cello a capella met het hoofdthema inzet, voel je dat de muzikanten hier een speciale sfeer willen creëren. Dat wordt ook duidelijk als je pianist Pascal Amoyel de intiemste passages van beide werken op een heel persoonlijke, introverte manier hoort vertolken. Bovendien worden contrasten flink in de verf gezet, waardoor de muziek nooit vervelend en eentonig kan worden. Met sterke boogstreken en vibrato op de juiste plaatsen steken Antje Weithaas en Emmanuelle Bertrand flink wat dramatiek in stormachtige delen. Bovendien is er de muziek zelf, die modern klinkt in elke maat maar verstaanbaar en gevoelig blijft en dus zeker een (aandachtige) beluistering waard is.
Meer over Olivier Greif
Verder bij Kwadratuur
Interessante links