Shoegaze is een term die probeert om introspectieve muziek te vatten, maar daar toch nooit helemaal in slaagt. Om te beginnen is er altijd meer aan de hand dan bijzonder rustig spelen en constant naar de eigen schoenen te kijken. Nothing wordt ook snel onder die term gegooid, maar dat heeft misschien meer te maken met de breekbare zang en de relatief kalme aanpak dan met echt navelstaren. 'Guilty of Everything' is – ondanks occasioneel stevige gitaren – een album geworden dat vooral beluisterd moet worden met hoofdtelefoon, alleen, met kaarslicht.
Nothing (geweldig opwekkende bandnaam) begint met een ware geloofsbelijdenis dankzij 'Hymn To the Pillory'. Zacht aanstuivende gitaarlijnen, etherisch bedwingende drums en een haast sacrale sfeer zetten de toon. Bij nummer twee, 'Dig', mag het een tikkeltje steviger en later op het album duiken meer en meer potige passages op. Niet dat Nothing plots beenhard tekeer gaat, maar het is nooit enkel maar op kousenvoeten schuifelen, iets dat andere groepen in quasi hetzelfde stramien al eens durven vergeten. De melodieën zijn alvast zweverig maar bezitten toch die dromerige kwaliteit die er voor zorgt dat 'Guilty of Everything' een soort droomwereld voor het geestesoog laat opdoemen.
Vrolijke muziek is het evenwel niet en de droefenis die haast uit elke porie druipt, geeft alles een grijze tint. Daar is ook de zang debet aan, al mag de term zang hier los gebruikt worden. De stem is meer een zacht praten en dat wordt dan nog eens half en half verstopt achter een dikke laag effecten met erg veel galm. Het gaat soms zelfs zo ver dat de zang zo goed als verdwijnt achter de muziek. Het idee is misschien om het fragiele karakter in de verf te zetten, maar door de half verstaanbare zwijmelzang gaat er een stuk van de impact verloren.
Nothing is echt een groep voor luisteraars, in die zin dat de muziek verloren raakt bij iets anders dan hoofdtelefoons. Het is aan de ene kant erg mooi en zweverig, maar de aparte aanpak van de zang is niet voor iedereen weggelegd.