Naar eigen zeggen was Labyala Nosfells tijd op de middelbare school niet meteen een zorgeloze, door massa's vrienden gestoffeerde periode. In zijn verbeelding creëerde hij een daarom een eigen wereld, meerbepaald op de planeet Klokochazia. De wezens van deze planeet bevolken anno 2005 Nosfells eerste cd 'pomaïe Klokochazia balek', een schijfje dat eerder in eigen beheer verscheen. En wat blijkt? Klokochazia wordt helemaal niet bewoond door bizarre ruimtewezens met een piepende en ronkende muziekcultuur, noch door fantastische Tolkienfiguren die zich zouden wentelen in een bombastisch geluid. De klassieke songs van Nosfell suggereren eerder de aanwezigheid van menselijke wezens, zij het dan wel in een heel eigen, soms wat duistere sfeer die de muziek een heel eigen karakter geeft.
Aan de basis van Nosfells nummers ligt veelal een akoestische gitaarriff: vaak met een stevige drive, soms wat funky en sporadisch met een vleugje rootsmuziek. De aanwezigheid van de cello en de bas van Pierre Le Bourgeois – de enige muzikant die naast Nosfell op de cd te horen is – zorgen voor een extra warmte, versterken de drive en laten de nummers mooi aangroeien, zonder dat ze naar exploderende climaxen leiden. Opener 'Children of Windokla' laat horen tot welk een schitterende sound het tweetal in staat is, zeker wanneer de song Lamb-gewijs openplooit tot brede, epische proporties. Naast de knappe arrangementen is het Nosfells stem die de cd kleurt. Of beter: stemmen, want naast zijn gewone zangstem is hij er niet vies van een ruwere versie te hanteren en om met zijn falsetgeluid resoluut de hoogte in te schieten. Hier blijft het lollig-parodiërende, dat bij andere zo vaak het resultaat is van dit stemgebruik totaal achterwege ten voordele van een haast Jeff Buckley-achtige schoonheid. Bovendien zingt Nosfell met deze hoge stem meestal in het Klokobetz – de taal die hij zijn bewoners van Klokochazia laat spreken – terwijl hij in het "gewone" register meestal in een goed verzorgd Engels te horen is. Door dit contrast lijken er binnen één nummer verschillende personages aan het woord te komen. De mooie songwereld van Nosfell wordt daarnaast nog extra gekruid met speciale vocale technieken. Hijgen en ademen krijgen een ritmische functie, waardoor ze de rol van percussie gaan vervullen. Dit effect benut hij het duidelijkst in 'Shaünipul' en 'Jaün Sev' Zul' waar zijn keel- en mondklanken respectievelijk klanken à la Indische tablabeats en sjokkende countryritmes genereren.
Door heel 'pomaïe Klokochazia balek' laat Nosfell zich horen als iemand die er perfect in slaagt om traditionele songstructuren en vanzelfsprekende melodielijnen te combineren met een eigen geluid. Het gevolg is een cd die een unieke sfeer uitstraalt zonder tot een freakshow te moeten verworden.
Meer over Nosfell
Verder bij Kwadratuur
Interessante links