Na het onverhoopte succes van ‘Come Away with Me’ in 2002 kon de carrière van Norah Jones al niet meer stuk. Schipperend op het dunne draadje tussen pop en jazz maakte ze lichte muziek die moeiteloos ingang vond bij het grote publiek. ‘Feels Like Home’ en ‘Not Too Late’ waren de twee albums die in 2004 en 2007 nog volgden, maar duidelijk teerden op de algehele waardering voor haar debuut. Niet dat de muziek slecht klonk, maar de jazzy pop werd zeker naar het derde album toe een ietwat “uitgemolken” formule. Na de breuk met haar vriend Lee Alexander (tevens bassist in haar band, co-auteur van vele nummers en producer van ‘Not Too Late’) besloot ze dat het tijd was voor een nieuwe muzikale richting. ‘The Fall’ is het resultaat van haar samenwerking met grotendeels nieuwe muzikanten: een aangename, melancholische winterplaat waar de gemakkelijke jazzy effecten quasi volledig uit zijn weggesijpeld en plaats hebben geruimd voor smaakvolle popdeuntjes.

Nochtans wordt ‘The Fall’ al te vaak te veel lof toegezwaaid. Met meer dan 36 miljoen verkochte exemplaren en verschillende Grammy Awards of zijn naam, heeft het album immers te weinig om het lijf om een meesterwerk genoemd te worden. De plaat bulkt van de sfeervolle nummers, maar nauwelijks duiken ballades op met de authentieke pracht van bijvoorbeeld Jones' allereerste single ‘Come Away with Me’ of het hemelse ‘Don’t Know Why’ – om maar twee van de vele Norah Jones-klassiekers op te noemen. ‘Chasing Pirates’, de eerste single van ‘The Fall’, is nochtans een aandoenlijk nummer, net als, ‘I Wouldn’t Need You’, ‘Waiting’ en ‘December’. Alleen is de muzikale constellatie zodanig ingekrompen tot doorzichtige pop, dat weinig Norah Jones nog lijkt te onderscheiden in het huidige landschap der singer-songwriters.

Daar valt tegen in te brengen dat zowat alle nummers op ‘The Fall’ regelrechte meezingers zijn en dat de thema’s bijzonder gemakkelijk blijven plakken. Na slechts twee luisterbeurten kan de gemiddelde luisteraar reeds halve nummers meefluiten, wat absoluut pleit voor Jones’ sobere aanpak. Onder andere ‘It’s Gonna Be’, ‘Even Though’ en ‘Stuck’ zijn tracks die de luisteraar niet meer loslaten. Enerzijds heeft Jones’ talent daar veel mee te maken, anderzijds laat ze zich omringen door de juiste mensen. Onder andere producer Jacquire King (die reeds werkte met Kings of Leon en Tom Waits), drummers Joey Waronker (Beck, R.E.M.), gitarist Marc Ribot (Tom Waits, Elvis Costello, John Zorn) en Ryan Adams leenden hun al dan niet figuurlijke stem aan ‘The Fall’. Dat maakt het album natuurlijk niet waardevoller, maar met zoveel talent aan boord mag het niet verwonderen dat op ‘The Fall’ geen enkel slecht nummer staat.

De ironie wil dat Norah Jones, juist nu ze haar carrière van de jazz lijkt af te wenden, komende zomer het Gent Jazz Festival mag openen. Of dat publiek Jones’ smaakvolle pop zal kunnen verteren, is maar de vraag. Wie de zomer met enige weemoed tegemoet ziet en niet op stevige jazz ligt te wachten, kan zich echter alvast hemels verpozen met ‘The Fall’: een album vol stemmige nummers, zodanig universeel dat het troost biedt op alle momenten van de dag. Verrassend mooi!

Meer over Norah Jones


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.