Wat heeft een punkrockband als NOFX anno 2012 nog te bewijzen? Antwoord: nog meer punkrock! Al een kwarteeuw ofte twaalf studioplaten lang brouwt dit combo rond Fat Wreck labelbaas ‘Fat Mike’ een prettig gestoorde mengelmoes van speed, plezier en melodie. ‘SelfEntitled’ bewijst dat de heren daarin nog steeds uitblinken.
Het is in feite onwaarschijnlijk hoe jong en fris dit plaatje klinkt. NOFX houdt het genre dat door velen al als dood werd afgeschreven, springlevend. Neem de geniale opener ’72 Hookers’ waarin een slaggitaarritme wordt bijgetreden door achtereenvolgens een melodieuze tweede gitaar, een derde lijn van de bas en schuifelende drums. Dat levert een mooi verweven instrumentale basis op, vooraleer het geheel in een tweede, typische punkversnelling schiet. Dat is finesse. De korte, bonte opvolger ‘I Believe in Goddess’ vertrekt dan weer van een lage, rollende bas en stoere, laaggestemde rock’n’rollgitaren en biedt met een legendarische openingszin “I don’t believe in God, I believe in Goddess” een brok rauwe punkenergie. In ‘Secret Society’ gaat het ritme wat omlaag en wordt met de gitaren gehakt, wat ruimte biedt voor een harmonieuze samenzang, waardoor NOFX muzikaal aanleuning zoekt bij Bad Religion, een band waar de heren overigens niet veel van moeten hebben.
Opgelet echter voor de vlotte, grappige klank die NOFX ook op deze plaat weer in een dozijn liedjes weet te verpakken. Onschuldige muziek is dit in geen geval. Massaverkrachting en kindsoldaten worden aangeklaagd in ’72 Hookers’, politieke oorlogsvoering in ‘Ronnie & Mags’ en onderdrukking in ‘Secret Society’. De luchtige, melodieuze manier waarop dat alles bezongen wordt, lijkt een hand voor de ogen te houden, maar geeft die onderwerpen juist des te meer klemtoon. ‘She Didn’t Lose Her Baby’ is een prachtig voorbeeld. Het verhaaltje van een verslaafde vrouw die een verplichte abortus moet ondergaan is dankzij zijn heldere, spitsvondige tekst erg aangrijpend, terwijl het nummer vol vrolijke harmonieën wordt gestoken.
Spijtig genoeg gaat het op de tweede kant wat bergaf. Onderwerpen als zelfverwijt, echtscheiding en een zwarte kerstmis spreken minder aan, structuren neigen meer tot een voorspelbare 1,2,3,4-punkrockstructuur en melodieën grijpen niet meer echt naar de keel. Het lijkt wel of het toch enige moeite heeft gekost om een half uurtje met een dozijn liedjes te kunnen vullen.
Al bij al is ‘SelfEntitled’ een vrij sterk album van een nog steeds straffe punkrockband. De initiële spanning en inventiviteit blijft helaas niet aanhouden, maar wie op deze manier de grenzen van een vrij strak en uitgemolken genre blijft verleggen, heeft het duidelijk goed onder de knie.