Uit Stockholm komen ze, de jongens van Nervous Nellie. En ze bestaan uit twee keer twee broers, de Johnsons en de Johanssons. Hoe Zweedser kan het worden? Door de jaren heen hebben ze zichzelf getoond als een eerder veelzijdige band. Hun derde langspeler hebben ze ‘Why Dawn Is Called Mourning’ genoemd.
Opener ‘Final Day’ doet het slechtste vermoeden. Dit is al vaker en zelfs enkele malen te veel gedaan. Ongeïnspireerde drum, voorspelbaar gitaarspel en een zanger die net te veel binnen de lijntjes kleurt, maken van dit nummer een afknapper. Gelukkig gaat het daarna lichtjes bergop. In ‘Ol’ Seminole’ wordt teruggegrepen naar invloeden van americana. ‘Long As Can Be’ verzandt op het einde dan weer in een leuke drammerige soep. ‘Bee Hive’ begint met het zachte getokkel van een gitaar, maar komt als snel op gang en gaat dan over in eerlijke pop. De bijenkorf is blijkbaar ook een erg dankbare metafoor, alsook de koningin. ‘Some Time’ verteld op een erg rustige en aangename manier het verhaal van een jongen die nog niet alle stukjes van zijn denkbeeldige puzzel heeft en nog wat tijd vraagt. In dit soort nummers toont zich de ware kunde van de groep en niet in het minst van de zanger. De lage, zeurderige stem geeft het nummer echt wel extra cachet. Grootste pijnpunt van de plaat is dat op het einde van de beluistering alles schijnbaar reeds gepasseerd is. De omschrijving ‘lichtjes saai’ steekt dan jammer genoeg de kop op.
Het lijkt erop dat ze voor het artwork een paar dagen de Zweedse hooggebergten zijn ingetrokken en een lijst hebben opgesteld van de aldaar ontdekte soorten pijnbomen. Het is natuurlijk mogelijk dat ze gewoon een encyclopedie hebben opengeslagen, maar het eerste scenario is een stuk romantischer. Alle twaalf bomen op de hoes hebben een letter gekregen. Alleen de letter ‘L’ moet het zonder bijhorend nummer stellen. Leuk concept wel.
‘Why Dawn is Called Mourning’ is eerlijk en recht voor de raap. Zonder onnodige tierlantijntjes. Toch brengt Nervous Nellie geen echte vernieuwing. Ieder nummer staat op zich zijn mannetje, maar als geheel mist de plaat de Aha!-Erlebnis, waardoor ze in de grote groep van degelijke, maar ook niet meer dan dat, alternatieve muziek blijft hangen. Om maar te zeggen dat er betere alternatieven zijn.