In de BBC-documentairereeks Walk On By – The history of popular song heeft Hal David – de tekstschrijvende helft van het hitproducerende sixties-duo Bacharach-David – lovende woorden over voor Dionne Warwick, één van bekendste vertolksters van zijn songs. "We were really lucky with her, because she's such a superb musician," stelt hij. "She can do anything! So we weren't limited in what we could write for her." Jammer dan toch, dat deze voormalige topartieste zich tegenwoordig bezighoudt met het coveren van... kerstliedjes. In 2004 releaste Warwick immers de kerst-cd 'My Favorite Time of Year': een absolute must have voor de uitbaters van winkelcentra en rusthuizen, maar bovenal een typisch voorbeeld van het neerwaartse carrièreverloop van veel zangers die hun repertoire niet zelf schrijven. De oorzaak van zo'n "bloei en verval"-scenario ligt bijna steeds bij het middelmatige songmateriaal: zonder hoogstaande nummers komen zelfs de beste vocalisten als keizers zonder kleren voor hun publiek te staan. De meesten onder hen nemen dat probleem voor lief; niemand leeft immers van water en lucht alleen. Het toont evenwel aan, dat het samenkomen van compositorisch en instrumentaal/vocaal talent in één persoon allesbehalve een vanzelfsprekende zaak is.
Ilse Goovaerts spelt de naam van haar musicerend alter ego neeka met een kleine letter, maar als er één songschrijver (man of vrouw, het speelt geen rol) in België rondloopt die beschikt over dat zeldzame dubbele Talent – mét hoofdletter! – waaraan het Warwick en vele anderen in de populaire muziekgeschiedenis ontbreekt, dan is zij het wel. Op haar vorige plaat bewees neeka al ruimschoots wat ze waard was: met een fenomenale stem die in meer dan één register thuis is, clevere teksten, degelijk piano- en gitaarspel, originele melodielijnen en perfect afgewerkte liedstructuren was 'Candy Comfort' dé verrassing van 2002. Natuurlijk zat het productiewerk er ook voor iets tussen: gevarieerde arrangementen (blazers, strijkers) gaven de songs een flinke hoeveelheid extra glans mee – gelukkig zonder een al te glad of overgepolijst sfeertje achter te laten. Kortom, het album smaakte naar meer. De voorbije jaren leek neeka echter van de aardbodem verdwenen – geen optredens, geen interviews, een website die ergens bleef steken bij de aankondiging van een lang gepasseerd Fnac-concert. Toen enkele maanden geleden de aankondiging van een nieuw album bekend geraakte, werd een en ander duidelijk: Ilse Goovaerts heeft de handen vol gehad met de geboorte van een eerste kind, waardoor ze haar performances even in de ijskast moest steken.
Het dagelijks leven – een dankbare inspiratiebron voor wie z'n songs uit het hart laat komen – bleef natuurlijk gewoon doorlopen, en dat is aan 'Women Wonderland' te horen. Goovaerts heeft op haar nieuwe cd onomwonden voor een autobiografische aanpak gekozen, waardoor zowaar drie tracks het prille moederschap als thema hebben. Een vrij ongewoon thema, zo weet ze zelf: "Er zijn heel weinig platen gemaakt over moeder worden. De angst voor de meligheid misschien? Ik wil wat tegengas geven, want de hoofdader in de muziek lijkt vandaag vooral uit drama en zelfmedelijden te bestaan." Tja, wat kan daaraan worden toegevoegd? In haar kleine analyse van het muzieklandschap slaat Goovaerts slaat de bal helemaal raak: talloze singer-songwriters zien hun eigen werk als de allerindividueelste expressie van de allerindividueelste emotie, maar door keer op keer dezelfde emoties uit te kiezen ("the love that fades away" enzovoort) ziet er nog maar weinig het daglicht dat zich boven het niveau van voorgekauwde eenheidsworst verheft. Naast een originele tekstuele benadering, heeft Goovaerts haar cd voorzien van een authentieke muzikale invalshoek. Zo zijn er op 'Women Wonderland' geen elektrische instrumenten te horen (basgitaar uitgezonderd), maar wel klassieke uit de barokperiode (o.a. kerkorgel, pianoforte, luit en diverse soorten klavecimbel), die alle door Goovaerts zelf zijn ingepeeld. Om het totaalgeluid niet helemáál te spenen van moderniteit, werd César Janssens (de man die voor eeuwig zal doorgaan als "de drummer van Raymond VhG") uitgenodigd om achter de drums plaats te nemen, en aan het einde van de rit heeft producer Luc Van Acker de oude en de nieuwe klanken tot een harmonische blend gesmeed. Met Goovaerts' creatieve intenties zit het dus wel snor, de vraag is nu: hebben ze een goede plaat opgeleverd?
Ja en neen. Eerst en vooral blijken enkele nummers ondanks alles toch aan de melige kant. Bijvoorbeeld 'My Last Days As a Girl', waarop het kloppend hart van Goovaerts' baby non-stop hoorbaar is als een aritmisch wobbelgeluidje, weggemoffeld onder een deprimerende melodielijn. John Lennon en Yoko Ono lieten in 1969 al eens een opname van een ongeboren babyhart op plaat persen: 'Baby's Heartbeat' op hun lp 'Unfinished Music No. 2' kon eind jaren 60 wellicht nog doorgaan als modieuze "avant-garde", maar als er tegenover zo'n klankexperimentje geen muzikale inhoud staat – en dat mankement is er zowel bij neeka als bij Lennon – blijft er enkel een flauwe gimmick over. Vlak na 'My Last Days...' zorgt neeka met de track 'Glow With Joy' voor een gigantische moodswing, en jubelt ze uitbundig dat haar spruit "loud and sweet as no other" is. Het moederlijke chauvinisme is Goovaerts met graagte vergeven, maar helaas doet ze even later toch weer de tenen krullen met een zinsnede als "I kiss you on the cheeks / you want a cookie, now please". Geboortekaartjespoëzie, zo lijkt het wel. De lyrics van 'The Greatest Stuff' baden in een gelijkaardig zeemzoet optimisme: "We've got to change the society / into a wild variety", klinkt het. Juist ja, maar iets meer wildheid en pit had neeka's cd bij momenten anders ook wel kunnen gebruiken.
Tot zover de negatieve kanten, want neeka-die-van-de-sokken-blaast is wel degelijk óók present op 'Women Wonderland'. De uitschieter op dit vlak is het schitterende 'High and Mighty', een track waarvoor neeka naar de Oostkampse Sint-Pieterskerk trok om de orgelpartij op te nemen. Het sobere arrangement bevat slechts drie ingrediënten: neeka's stem, de "prehistorische synthesizer" (zoals ze het orgel zelf omschrijft) en een theorbe, bespeeld door Philippe Malfeyt (de bezieler van het luitcollectief Luthomania). Het orgel vervult daarbij een dubbele rol in het klankbeeld: enerzijds levert het ietwat doffe gefluit van de luchtpijpen een zacht, introvert geluid op; anderzijds brengt het indrukken van het pedaal en de klavieren een tegendraads, licht hoorbaar geklik met zich mee. Deze combinatie verleent het nummer een "organisch" karakter; iets wat door de hedendaagse obsessie voor klik-en-kraakloze digitale geluidskwaliteit een zeldzaamheid is geworden. Goovaerts volgde jarenlang orgellessen aan de muziekschool, en het is jammer dat ze die kennis niet prominenter uitbuit: het instrument is slechts op twee van de elf nummers aanwezig – veel te weinig. Gelukkig kan ook haar pianofortespel met verve overtuigen, zoals 'Baby's Ways' en 'Fall Behind' bewijzen. Beide tracks zijn tevens voorbeelden van neeka's prachtige meerstemmige zangpartijen, waarbij ze elke vocale overdub telkens een verschillend timbre meegeeft. Tenslotte mag ook een pluim worden uitgedeeld aan Geert Waegeman (wiens vioolspel fungeert als eenmans-strijkersensemble), en aan Kim Delcour, de drijvende kracht achter de folkgroep (BUB), die enkele tracks heeft voorzien van een frivole, met een prachtig dissonante sfeer doorschemerde blokfluit.
Het eindverdict? De verhouding tussen indrukwekkende songs enerzijds en matige anderzijds, is op 'Women Wonderland' te sterk fifty-fifty. De composities en uitvoeringen zijn overduidelijk meer doorleefd en bezield dan op 'Candy Comfort', met het gebruik van het kerkorgel als meest gedurfde én geslaagde artistieke keuze. Daartegenover staat, dat diezelfde emotionele bezieling het impulsieve meermaals de bovenhand heeft gegeven ten koste van het tijdloze.
Meer over neeka
Verder bij Kwadratuur
Interessante links