Ex-Spock's Beard-frontman Neal Morse heeft weer eens zijn jaarlijkse conceptueel uitgesponnen soloalbum uit en heeft daarvoor andermaal geweldige muzikanten opgetrommeld: de voorspelbaarheid daalt er niet mee. Toen Morse anderhalf jaar geleden zijn vorige album op de markt bracht, had ondergetekende daar het volgende over te zeggen: '?' bevat prachtig uitgewerkte symfonische rock van een hoog niveau, erg overtuigend gebracht door topmuzikanten. Het zou echter nog leuker kunnen worden als multi-instrumentalist annex producer Morse nu eindelijk eens God vindt en zijn volgende album voor de afwisseling aan een ander thema wijdt.

De mensheid mag niet klagen: dit keer heeft Progrocks Zelfverklaarde Apostel zich niet door onze Heer, maar door de Augustijnse monnik Martin Luther laten beïnvloeden. Van een radicale wijziging gesproken: het uit slechts vier nummers bestaande 'Sola Scriptura' volgt bij deze de carrière van Luther van in den beginne tot en met 's mans hoogsteigen Apocalyps. Hoe men het echter ook draait of keert, vanaf het ogenblik dat de eerste tonen van deze plaat weerklinken, is het simpelweg onmogelijk te ontkennen dat Morse zowel een volwaardig componist als een begenadigd muzikant én een degelijke zanger is.

Hoe kan iemand proggers collectief doen likkebaarden als Pavlov-hondjes? Simpel: door gewoon een half uur durende opener op zijn album te plaatsen. De zesdelige aftrapper 'The Door' doet dat in Morses geval echter met verve: zoals steeds worden stevige technische hoogstandjes netjes afgewisseld met zachte, poppy thema's. De ouverture kan dankzij snelheid-van-het-licht-doorbrekende partijen en occasionele drumsolootjes meer dan tellen, terwijl 'All I Ask For' geslaagde melodieën met zich meebrengt - het gedeelte 'Keep Silent' doet bij momenten zelfs middeleeuws aan. Ere wie ere toekomt natuurlijk: wie Dream Theater-klassedrummer Mike Portnoy achter de vellen zet, zorgt sowieso voor een onvermijdelijk ketelmepfestijn. Denk daarbij basvirtuoos Randy George en Mr. Big/Racer X-gitarist Paul Gilbert en de pronkende progpret kan nauwelijks meer op.

In 'The Conflict' (vijfentwintig minuten, of wat had u gedacht?) doet het openingsgedeelte 'Do You Know My Name?' even aan een geflashte polyritmiekversie van Alice in Chains denken – wat fel contrasteert met het jolige 'Two Down, One to Go', waarin een Latingitaar en exotische percussie de tango dansen met een klassieke pianosolo. Het Jim Steinman-achtige 'Heaven in My Heart' (Morse zal nooit uitblinken in frappante songtitels, zoveel is duidelijk) is het enige korte nummer en staat er dan ook wat flets en verloren bij te gapen, strijkersymfonieën tevergeefs. Gelukkig zorgt afsluiter 'The Conclusion' (zestien dit keer) weer voor een ritmesectie showcase dankzij 'Randy's Jam', komt de ouverture nogmaals in een überpompeuze variatie terug en wordt er op het obligaat grootse einde een net niet maniakaal bombastische finale opgetrokken. Nauwelijks onverwacht, maar wederom met voldoende overtuiging gebracht.

Deze nieuwe eucharistie-opera is niets meer dan de zoveelste logische aanvulling op de discografie van Neal Morse, waarbij topmuzikanten en terugkerende motieven hand in hand gaan om de ondertussen gekende kwaliteit te waarborgen. Het zijn echter vooral Morses direct herkenbare stijl en uitgekiende productie die alles vasthouden: dubbele Beatles-zanglijnen en Genesis-melodietjes alom zorgen ervoor dat 'Sola Scriptura' zelfs voor notoire antitechneuten nog relatief toegankelijk blijft. Toch één tip, Neal: laat die gratuite en hopeloos verouderde zangeffectjes in de toekomst misschien gewoon voor wat ze zijn.

Meer over Neal Morse


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.