Met 'Get Some' zijn de Amerikaanse dirt-rockers van Nashville Pussy aan hun vierde langspeler toe. Ondanks een bescheiden hype rond de release van hun eerste album en een Grammy Award-nominatie in de categorie 'Best Metal Performance' in 1999, leek de liefde tussen het rockpubliek en dit schenenschoppende viertal uit Atlanta de laatste jaren wat bekoeld. Met cultproducer Daniel Rey - bekend van zijn werk met oa. The Ramones - dook de groep onlangs echter opnieuw vol goede moed de studio in, andermaal naarstig op zoek naar "the ultimate rock 'n' roll party record."
Toen zanger/gitarist Blaine Cartwright in 1998 samen met zijn vrouw en lead-gitariste Ruyter Sluys, drummer Jeremy Thompson en bassiste Karen Hexley een eerste plaat uitbracht deed de no-nonsense powerrock en het bijhorende (bijna karikaturale) 'white trash'-imago van de band heel wat stof opwaaien in de binnen- en buitenlandse muziekpers. Vandaag de dag kraait daar geen haan meer naar, maar Nashville Pussy's eenvoudige formule van seks, viriele rock en humor is vandaag de dag hoegenaamd niet achterhaald. Integendeel, in een tijd waarin het gros van de populaire gitaargroepen teruggrijpt naar hippe, doch niet zelden vreselijk steriele new wave- en synthpopinvloeden, komen de ongecompliceerde hardrockriffs van deze gestoorde feestbende als geroepen.
Het artistieke 'concept' achter 'Get Some', een authentieke Amerikaanse flipperkast, is even eenvoudig en speels als de band zelf. Zowel de hoes van de cd als de intro en de outro verwijzen ernaar, maar daarmee is de kous ook af. Na enkele seconden getingel schiet de plaat immers uit de startblokken met 'Pussy Time', een eerste knaller van formaat. Alle ingrediënten uit de bekende keuken zijn dan al aanwezig: uitdagende meebrulteksten, eenvoudige, catchy stadionriffs en een beresterke ritmesectie. Ook ironisch militante dingen als 'Come on, Come on' en 'Hell Ain't What it Used To Be' vissen in dezelfde met bier, sigaretten en zweet vervuilde vijver. 'Good Night For A Heartattack' en 'Hate and Whiskey' moeten het dan weer eerder hebben van hun (met flink wat amfetamines opgepepte) rootsy bluesgitaren. 'Going Down Swinging' en 'One Way Down' klinken als Guns 'n Roses in hun glorieperiode, compleet met scheurende solo's en smerige slidegitaren. Niet alle tracks zijn echter even geslaagd en hier en daar klinkt Nashville Pussy net iets té voorspelbaar. Als ze daarentegen onverwacht de Ike & Tina Turner-klassieker 'Nutbush City Limits' neerzetten is er opnieuw geen ontkomen meer aan. Vuisten in de lucht, hoofd in de grond en headbangen maar! Dat laatste komt ook goed van pas op afsluiter 'Snowblind', waar de groep nog eens verraadt dat er op repetities ook regelmatig naar (klassieke) metalbands geluisterd wordt.
Met zijn nieuwe plaat 'Get Some' zal Nashville Pussy nu niet direct in de smaak vallen van de jonge nu-metalgarde, maar de ietwat oudere fans van stevige gitaren zullen hier hun hart ongetwijfeld ophalen. Liefhebbers van AC/DC, Möterhead en andere besnorde macho-rockers zijn gewaarschuwd! De robuust pompende ritmesectie, Cartwright's boomhakkende gitaarpartijen en vooral Ruyter Sluys' sexy-as-hell gitaarsolo's zijn misschien niet altijd bijster origineel, maar rocken als de beesten doen ze als geen ander. Dus: come and get some!
Meer over Nashville Pussy
Verder bij Kwadratuur
Interessante links