In het land der grindcore is Napalm Death koning: dàt is de zekerheid waaraan horden fans zich elke keer kunnen optrekken. Ondanks het feit dat de band al bezig is sinds 1987 heeft dit combo nog nooit een zwakke plaat uigebracht. 'Diatribes' (1996) mocht een kleine experimentele stap zijn, maar beuken deed Napalm Death altijd. Sinds het sterke 'Enemy Of The Music Business' uit 2001 is dit kwartet zelfs terug harder en bruter dan ooit geworden. Kortom: de verwachtingen waren alweer hooggespannen. Iedereen kan overigens gerust op twee oren slapen, want 'Time Waits For No Slave' is alweer Napalm Death op zijn best.

Het is verbazingwekkend hoe de heren nog altijd de tomeloze energie vinden om als een horde losgeslagen pitbulls aan het werk te gaan, zowel muzikaal als tekstueel. Want Napalm Death is altijd al politiek en maatschappelijk bevlogen geweest en ook deze keer schieten de teksten met scherp op thema's als discriminatie, vrouwenhaat, uitbuiting en het falen van het kapitalisme. Het album opent enorm sterk, met splinterbommen als 'Strong-Arm', 'Diktat' en 'Work To Rule', een trio grindcoregranaten met opnieuw een lichte death metalinvloed, die zich vooral laat gelden in de iets toegenomen groove en het ietsjes rustiger tempo. Het drumwerk van Danny Herrera is trouwens nog altijd de kloeke polsslag voor de andere instrumentalisten. Hoe deze man schijnbaar moeiteloos overschakelt van een lekker doordenderend tempo, compleet met groovy edoch uptempo shuffles, naar een turbo hogesnelheidsblastbeat waar de meeste drummers een puntje aan kunnen zuigen, is ongeëvenaard. Gitarist en schreeuwlelijk Mitch Harris is er samen met bassist Shane Embury opnieuw in geslaagd om memorabele hakriffs te pennen die zich niet alleen genadeloos in de gehoorgang nestelen, maar tevens in staat zijn om beton te verpulveren. Een goede luistertip daarvoor is het titelnummer, dat zich onweerstaanbaar naar een climax toerolt met ingehouden woede. 'Feeling Redundant' is ook zo'n uptempo beuker met geschifte versnellingen. Brulkikker Mark 'Barney' Greenway is ook zeer goed bij stem en zijn erg herkenbare grom gaat geregeld in duel met de schrille kreten van Harris. Met veertien nummers was Napalm Death behoorlijk gul, wat zich ook wel vertaald in een lichte versuffing aan het eind, maar dat is vooral te danken aan de intensiteit waarmee het kwartet tekeer gaat. De luisteraar is gewoon suf gebeukt, hoewel 'No-Sided Argument' met een aantal rake blasts en scheurende riffs iedereen weer wakker schudt. Dat neemt uiteraard niet weg dat elk nummer sterk in elkaar zit en zeker vraagt om opnieuw gespeeld te worden.

No rest for the wicked is een credo dat perfect van toepassing is op Napalm Death: deze jongens blijven maar doorgaan, en dat is een zeer goede zaak. Zolang er mistoestanden in de wereld zijn, zal Napalm Death er staan om ze aan de kaak te stellen door een wervelwind aan klassemetaal.

Meer over Napalm Death


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.