Met de enorme explosie aan metalcorebands is het niet meer dan normaal dat er een aantal groepen opduiken die vagere afspiegelingen zijn van het echte werk. Het Britse Murder One valt helaas in die categorie. De band kan niet verweten worden dat ze geen inzet tonen en men kan nauwelijks zeggen dat dit niet onnoemelijk luid is, maar het songmateriaal blijft wat achterop hinkelen. Dat is een spijtige zaak, die ervoor zorgt dat 'Some Things Are Better Left Unsaid' nogal lauw klinkt.
Murder One is opgebouwd uit leden van Medulla Nocte, Iron Monkey en Pulkas, drie bands waarvan vooral Iron Monkey enige bekendheid geniet. De andere twee zijn nogal snel in de anonimiteit verdwenen, niet geheel ten onrechte. Het goede nieuws is dat Murder One in elk geval een pak beter in elkaar zit en vetter klinkt dan de voorgaande bands. De gitaren snorren, zoemen en krijsen aan een aardig tempo en met een goeie hoeveelheid crunch, er wordt regelmatig inventief omgesprongen met het drumwerk en de songstructuren zijn deftig. Murder One kiest ervoor om een dubbele vocale aanval in te zetten en ook al is dat in theorie geen slecht idee, de praktijk laat nogal te wensen over. De diepe growls van Paul Catten zijn best te pruimen, al blijven ze irritant onverstaanbaar, maar het is het hyperkinetische gejammer van John Loughlin dat bijzonder enerverend is. Hij schreeuwt steevast aan de top van zijn kunnen, maar het is wraakroepend dat die top klinkt als een hese baby die zijn zin niet krijgt. Dat wringt in veel gevallen de songs de nek om. Nochtans hebben tracks als onder meer 'Burns, Tablets and Knives' of 'On Screen Rapist' behoorlijk wat potentieel.
'Some Things Are Better Left Unsaid' is in de meeste opzichten een gemiste kans. Wie de vervelende zang opzij kan schuiven houdt enkel een doorsnee metalcore-album over dat op zich aardig is maar nooit weet te verrassen.
Meer over Murder One
Verder bij Kwadratuur
Interessante links