Al een tijdje doet Denemarken alle pogingen van de wereld om het nieuwe IJsland van de muziekscène te worden. IJsland heeft met Björk en vooral Sigur Rós namelijk twee exportproducten in handen die er voor gezorgd hebben dat het land ondertussen niet alleen op de muzikale, maar ook op de toeristische wereldkaart staat. Mensen van over heel de wereld trekken in bosjes naar IJsland om het mysterieuze land van waar al die prachtmuziek vandaan komt te ontdekken. Het is het beste bewijs dat muziek een prachtig sterk promotiemiddel voor een land kan zijn. Dat laatste is ook in Denemarken dus niet in dovemansoren gevallen: het land zet zijn schouders onder een heel aantal initiatieven om Deense bands van de grond te krijgen in het buitenland. Dat er heel wat te ontdekken valt bewezen al onder meer The Raveonettes, Mew, Teitur en Kashmir. Op de eind vorig jaar georganiseerde 'Spot on Denmark'-showcase in de Brusselse Ancienne Belgique werden weer vier bands voorgesteld: Figurines, Amber, Band Ane en Murder. Het was vooral de laatste die tijdens deze showcase de hoogste ogen gooide. Het is dus niet verwonderlijk dat hun reeds in 2006 in Denemarken uitgebrachte plaat 'Stockholm Syndrome' nu ook in de rest van Europa verkrijgbaar is.
De eventuele verwachtingen richting metal of punk die een bandnaam als Murder zou kunnen scheppen ebben van de eerste tonen op 'Stockholm Syndrome' al weg. Jacob Bellens en Anders Mathiasen schotelen ons muziek voor die perfect past in de ondertussen groot geworden 'quiet is the new loud'-beweging. Bijna alle nummers worden gedragen door akoestische gitaar en een karaktervolle, ietwat duistere zangstem. Drums komen bijna niet voor, maar er is wel ruimte voor spaarzame extra ondersteuning van wat streepjes bas, cello (door Morten Svenstrup van Under Byen), piano, accordeon, mandoline en zelfs een occasionele marimba en glockenspiel. 'Applejuice' en 'Ra#1' breken op het midden van de plaat wel even met deze bezetting: het eerste is een gezapig popnummer en het enige waarin wel drums te horen zijn en het tweede is een korte, ingetogen pianosong. De nummers voor en na hebben allemaal de doorleefde Americana- of new folk-stempel zoals we die ook kennen van acts als Tindersticks, Bonnie 'Prince' Billy of Lambchop. Een andere vaststelling is dat de warme stem van Jacob Bellens bij momenten heel erg aan die van Johnny Cash ten tijde van zijn American Recordings doet denken, ook Neil Diamond is niet erg ver weg. Mocht Rick Rubin dus nog een plekje vrij hebben in zijn agenda, een samenwerking met deze Denen zou zeker wat prachtigs opleveren. Maar ook nu, zonder de hulp van een dure Amerikaanse producer, klinkt deze plaat al zeer geslaagd. Noorse melancholie verpakt in mooie luisterliedjes en zodoende perfect voor een druilerige, luie zondagmorgen bijvoorbeeld. Al blijft het wel jammer dat er qua zang op het nummer 'Pixies' even pijnlijk de verkeerde kant van de toonladder opgezocht wordt. Maar voor kleine missers als dit is destijds de mantel der liefde uitgevonden, want er valt op 'Stockholm Syndrome' veel fraais te ontdekken.
Het Stockholmsyndroom is een psychologisch verschijnsel waarbij een gegijzelde na verloop van tijd sympathie begint te voelen voor zijn gijzelaar, hoe gevaarlijk de situatie ook is (werd een eerste maal ontdekt na een gijzeling in de Zweedse stad Stockholm). Aangezien het naar dit syndroom vernoemd album van Murder pas twee jaar na de release in het thuisland ook in de rest van Europa uitgebracht wordt, had het dus tijd genoeg om geruisloos voldoende sympathie op te wekken.
Meer over Murder
Verder bij Kwadratuur
Interessante links