Een integrale opname van Mozarts ouvertures is een project dat doorgaans alleen op Mozart-jubilees wordt uitgegeven, als deel van een verzameling van Mozarts complete orkestwerken of van zijn complete bühnemuziek. Het Zwitserse La Cetra barokorkest speelde ze echter nu ook allemaal in, onder leiding van artistiek leider Andrea Marcon. Het zijn stuk voor stuk uitvoeringen die uniek zijn vanwege het enthousiasme bij de muzikanten en de zorg voor detail waarmee Mozarts muziek ingespeeld werd.

Worden alle ouvertures van Mozart voorgesteld? Op het eerste gezicht lijkt het niet want de ouvertures tot de vroege opera’s ‘Il Sogno di Scipione’ en ‘La Finta Giardiniera’ en het onafgewerkte ‘Zaide’ ontbreken maar ook daar werd rekening gehouden: die ouvertures sluiten zo nauw aan op de opera of maken zoveel gebruik van het operakoor dat ze niet passen in de verzameling. De luisteraar heeft dus wel degelijk de integrale (instrumentale) operaouvertures van Mozart voor zich, mooi chronologisch gerangschikt van de ouverture uit ‘Apollo et Hyacinthus’ uit 1767 – toen Mozart elf jaar oud was – tot die van ‘La Clemenza di Tito’, Mozarts laatste bühnewerk. Naast de klassiekers is er dus ruimte voor minder gespeeld werk: de verrassend dramatische ouverture tot ‘La Betulia Liberata’ bijvoorbeeld komt uit het enige Bijbelse oratorium dat Mozart ooit schreef, op vijftienjarige leeftijd. De ouverture tot de onafgewerkte opera ‘Der Schauspieldirektor’ is een volwassen werk (Mozart richtte zijn aandacht op ‘Le Nozze di Figaro’ direct nadien) en bezit al het enthousiasme van de ‘Linzer’ symfonie, waarmee het stilistisch verwant is.

Zelfs de vroege ouvertures tonen een weelde aan knappe, interpretatieve details. Zo valt op hoe gemakkelijk de strijkers van kleur kunnen veranderen in de ouverture tot ‘La Finta Semplice’ en plots een zoete ‘legato’ frase uit hun instrument kunnen goochelen, midden in een monter ‘allegro’.  De gedetailleerde en verzorgde fraseringen bij de ouverture tot ‘Bastien und Bastienne’ verhullen dat dit eigenlijk een betrekkelijk simpel muziekstukje is. In de late ouvertures maken de accurate en wendbare figuraties in de houtblazers bij ‘Cosi fan Tutte’ een erg mooie indruk, net als de fijngevoelige lezing van de ‘Toverfluit’-ouverture.

Zoals men dat ondertussen mag verwachten van uitvoeringen op authentieke instrumenten, klinken de blazers en vooral dan de koperblazers sterk door. Dat houdt een element van kracht in deze ouvertures, zodat de mineurintroductie van de ‘Don Giovanni’ ouverture ongemeen dramatisch gaat klinken of de ouverture tot ‘Idomeneo’ met een trots overkomt die in de lijn ligt van het aristocratische thema van de opera. De paukenist van La Cetra voelt zich een hele cd lang in zijn element en voorziet de ouvertures van een stevige en opvallende ritmiek. Slagwerk is trouwens erg prominent en bijna karikaturaal aanwezig in de ‘Entführung aus dem Serail’ ouverture maar Mozarts quasi-Turkse muziek mag op die manier best wel een exotisch kleurtje krijgen.

Het enige nadeel van deze verzameling zit onvervreemdbaar in het concept van de opname ingebakken. Elke ouverture moet in realiteit namelijk een dramatisch werk openen maar maakt hier plaats voor steeds weer de volgende ouverture en de volgende opera. Bovendien lijken heel wat ouvertures stilistisch gezien op elkaar: op ‘La Betulia Liberata’ en ‘Die Zauberflöte’ na is elke ouverture hetzij in C, hetzij in D majeur geschreven, wat voor weinig kleurverschil zorgt. Verder valt er echter enkel maar positiefs te vertellen over deze verzameling, die Mozarts muziek ongekend krachtig en energiek doet klinken zonder een diepe aandacht voor de fijne details van de muziek verliezen.

Meer over Wolfgang Amadeus Mozart


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.