Dat het Amerikaanse Mountains (Brendon Anderegg en Koen Holtkamp) oorspronkelijk opgestart werd als een live-unit, ligt bij het beluisteren van hun titelloze debuut niet meteen voor de hand. De zachte en delicate combinatie van akoestische instrumenten (gitaar, piano, cello en accordeon), elektronica (elektrische gitaar, synthesizer en computer) en fieldrecordings (watergeluiden, ruisen) vraagt van de luisteraar de namelijk nodige concentratie. Anderegg en Holtkamp kiezen immers niet voor uitgesponnen melodieën of warme romantiek, maar laten de kwaliteiten van de klanken primeren op spectaculaire geluidsopstapelingen. Want hoewel de verschillende geluiden die gecombineerd worden vaak een eigen ritmiek hebben, ontstaat er nergens ritmische spanning. Wel wordt de metrische houvast weggeveegd, waardoor de cd als een wolk voorbijtrekt, waar de luisteraar tijdens de beste momenten in mee zweeft. En hoewel de muziek op bepaalde momenten wat peper en zout zou kunnen gebruiken, valt daarentegen niet te ontkennen dat Mountains vaak fris uit de hoek kan komen en bij momenten ongegeneerd mooie taferelen schildert.
Door de balans tussen de akoestische, elektrische en natuurklanken steeds te laten wisselen, laat Mountains zich op deze cd in evenveel gedaantes horen als er tracks op het schijfje staan. 'Paper Windmill' is een soundscape waarbij gitaar en keyboards enerzijds en natuurgeluiden anderzijds geïntegreerd worden in één geheel dat in trage golven voortvloeit. In 'Down Under the Manhattan Bridge Overpass' krijgt akoestisch gitaargetokkel een centrale plaats, waardoor het nummer de folkrichting uitgaat. Dit getokkel bouwt traag en vanuit enkele noten op waardoor de muziek steeds drukker, melodisch gevarieerder en metrisch duidelijker wordt. 'Blown Glass Typewriter' is met vijf minuten het kortste nummer van de cd en eveneens het meest elektronische. Tegen een achtergrond van haperende elektronica en lage zoemtonen slentert een gitaar rond die, net als op de andere tracks, geen expliciete melodie brengt, maar eerder een kleurelement is. De geluiden rond deze gitaar lijken een haag te vormen die het akoestische instrument helemaal inkapselt zonder het echter te verstikken. Het feit dat deze haag daarbij permanent van kleurschakering verandert, maakt van dit stukje auditieve natuur een leuke plaats om te vertoeven.
Het langste nummer van de cd wordt tot op het einde bewaard en klokt af boven de 20 minuten. De titel – 'Sunday 07.25.04 Live at Tonic' – zegt alles over de omstandigheden waarin de opname gemaakt werd en laat horen waartoe Mountains live in staat zijn. De pure klankpoëzie van gerinkel, stromend water, kleine plofjes (als van stof op de naald van een platenspeler), windgeluiden, het zachtjes voorbijtrekken van een trein of het getsjirpt van (namaak)krekels kan hier zo betoverend zijn dat sommige delen gerust wat langer hadden mogen duren. Wanneer er geleidelijk aan twee lagen traag veranderende akkoorden verschijnen, komt de tijd helemaal tot stilstand waardoor het geluid alle kans krijgt om bij de luisteraar in te sijpelen. De te snelle afbouw verstoort daarbij helaas enigszins het sprookje, waardoor deze track, net als de hele cd, zeker de moeite waard is, maar ook nog ruimte laat voor uitdieping.
Meer over Mountains
Verder bij Kwadratuur
Interessante links