Het blijft moeilijk spek voor een Westerse bek. Voor velen zal de Guinese koraspeler Mory Kanté gespiegeld blijven aan (de vele dancemixen van) zijn hit 'Yeké Yeké'. Dat deze imposante man al heel wat meer verwezenlijkt heeft op muzikaal gebied en inmiddels acht platen op zijn naam heeft staan, zal allicht eeuwig in de schaduw van dit ene nummer blijven. Daardoor lijken ook in Mory's nieuwste wapenfeit 'Sabou' overal yeké yeké kreten op te duiken. Maar het is zeker op alle gebied vrolijk glimlachen bij deze prent, die het National Geographic beeld op zebra's jagende leeuwen blijft oproepen.
Traditionele West-Afrikaanse roots staan centraal in de muziek van Mory Kanté. Als een ware controlefreak beheerst deze man zowat het hele instrumentale repertorium op deze plaat. Als een heuse (af)god tornt Mory verder met zijn op- en neerdeinende stem boven het muzikale ritmespel uit. Voor het eerst heeft hij er dan ook voor gekozen een akoestische plaat te maken die prima aanleunt bij traditionele Afrikaanse muziek (iets wat afgelopen zomer ook live te bewonderen was). Gitaar, kletterende djembé's, een resem percussie, balafoon en drie achtergrondzangeressen zorgen voor een zwoel, ritmisch klankspel. Dat levert in barre wintertijden tien zomerse, plezierige nummers op die onderling helaas nogal inwisselbaar zijn. Balafoon (diep, xylofoonachtig instrument), Afrikaanse fluit en snelle, opgeklopte ritmen worden telkens opgevuld door dat vrouwenkoortje en de hoge keelzang van bard Mory Kanté. Gelukkig is telkens een korte samenvatting van het ellenlang, onverstaanbaar verhaal van deze Afrikaanse crooner in het tekstboekje opgenomen. Eenheid, broederschap, kennis en (familiale) liefdes zijn de eindeloos bezongen thema's. De ene keer gaat dat er iets trager en meer overtuigend aan toe dan de andere (zoals bij de lomere oorlogsdans 'Djou' ("de vijand") of bij de bezwerende jengelende Afrikaanse ritmen die toch garant blijven staan voor een goed humeur). Door deze variatie tracht deze plaat zo veel mogelijk ruimdenkende geesten te beroeren: een mooie uitdaging.
Mory Kanté blijft dé muzikale ambassadeur van zijn thuishaven Guinea. De man maakt, net als bij zijn vorige platen, een variabele synthese van Afrikaanse muziek die over de landgrenzen heen kijkt. Hoewel een afwisseling tussen vrolijk heupwiegen en paringsdansgewijs rondhuppelen voor leuke taferelen kan zorgen, is het een moeilijke opgave voor een ongeoefend oor om deze plaat een klein uur lang te laten uitzingen. Hoewel voor de overgrote menigte Mory Kanté met zijn muziek een aantal Afrikaanse clichébeelden zal blijven oproepen, staat de kwaliteit ervan toch garant voor een aangename belevenis voor de liefhebber. Yeké yeké.
Meer over Mory Kanté
Verder bij Kwadratuur
Interessante links