Even schetsen voor wie niet vertrouwd is met de naam Nick Oliveri: bandnamen Kyuss of Queens of the Stone Age, waar de man lange tijd deel van uitmaakte, doen misschien meer belletjes rinkelen. Dit muzikale project, dat tussen alle andere bands door toch op tien jaar tijd twee full albums en een ep’tje op de markt kon zwieren, staat anno 2010 opnieuw in de startblokken voor een wereldtournee (op het ogenblik dat Kyuss overigens ook nieuw leven is ingeblazen onder de naam Kyuss Lives). Als voorbode hiervan is ‘Dog Food’ verschenen, een mini album waarop ondermeer ook Dave Grohl en Happy Tom van Turbonegro hun opwachting maken en die een voorbode vormt van een volwaardige nieuwe plaat, ‘Time to Destroy’.
‘Dog Food’ is een tot ep uitgegroeide single met als basis de gelijknamige track, een Iggy Pop cover die voor de film ‘Frame 137’ werd opgenomen. Als aanvulling hierop heeft Mondo Generator nog zeven andere songs ingeblikt, waarvan het merendeel ook covers zijn. Waar het nummer ‘Dog Food’ echter een heerlijk ruig, bluesy stukje onstuimig gitaar-, drum- en brulwerk bevat, zijn de overige songs live ingeblikte basisversies waaraan enkel akoestische gitaar en Oliveri’s schreeuwende stem te pas komen. Dat klinkt aanvankelijk wel wat kaal en vreemd.
Gelukkig wordt er lekker fel en snel aan de snaren gerukt in wilde, niet al te virtuoze basisschema’s en wordt deze instrumentale bijdrage door een slidend effect extra vuil gemaakt. Dat rijmt immers prima met de groezelige stonerzang van de L.A.’er, die zichzelf lekker laat wegglijden in open, vibrerende zangpartijen. Nick Oliveri’s vocale prestatie is dan ook indrukwekkend en zowel ruig als vullend. In kortere, meer beklemmende songs zoals ‘Endless Vacation’ van The Ramones blijkt daarvoor iets minder ruimte, maar hier primeert de stevige rock’n’roll-gedrevenheid dan weer.
De overige zes akoestische songs zijn muzikaal dus best indrukwekkend, zij het een beetje leeg. Om zijn aanhoorders te paaien, pakt de kale snaarplukker echter uit met zowel twee nieuwe studiosongs alsook een cover van opper-stoners Kyuss. In ‘Green Machine’ wordt stevig aan de akoestische snaren getrokken in een vrij eenvoudig grondritme. Het is vooral de zangprestatie die hier echter fenomenaal overkomt. Oliveri schuurt en scheurt de longen uit het lijf en laat dit nummer mits enige verbeelding zweven over een bomvol stadion uitzinnige fans. Zoiets verwoorden in een akoestische livesessie, is enkel de voor de grootste artiesten weggelegd.
Het is een beetje vreemd waarom ‘Dog Food’ op deze manier op de markt is gegooid. Het lijkt wel of Oliveri de lang wachtende fans even heeft willen paaien alvorens de wereld rond te reizen en een volledige plaat voor te schotelen. Ondanks de ogenschijnlijke vluchtigheid en onafgewerkte manier waarop dit plaatje overkomt is de muzikale prestatie toch indrukwekkend.