De Amerikaan Mike Ladd wordt al eens de zwarte Beck genoemd en dat blijkt geen al te grote leugen. De producer uit Massachusetts houdt zich immers moeiteloos in de hoogste 'underground' regionen staande met zijn eclectische stijl waarin spoken word, blues, reggae en soul mekaar vinden in een uitgesproken hiphopjasje. Daarnaast schuwt Ladd in geen geval vuilbekkerij, al zit ook op tekstueel vlak de subtiliteit in kleine hoekjes. Niet enkel dankzij zijn Infesticons / Majesticons zijsprongen, maar ook mede door dit 'Father Divine' project kent dit enfant terrible een wereldwijde schare volgelingen die zijn neus niet ophaalt voor grensverleggende muziek.
'Father Divine' is een poging om de originele tapes van het Roir label opnieuw in de verf te zetten en refereert voornamelijk naar Ladds helden: Bad Brains. Als geen ander wisten deze zwarte anarchisten immers een crossover tussen punk en reggae te slaan (waarnaar later ook een heus muziekgenre genoemd is). 'Father Divine' is verder een conceptalbum dat teruggrijpt naar het stoere Bronx verleden van de muzikale ster hoewel hij inmiddels, gelukkig getrouwd, in Parijs woont. Vandaar dat twee heuse 'vrouwentracks' zijn opgenomen, geheel beantwoordend aan de stoere houding van de scène. Toch verbrandt Mike Ladd zich in geen geval aan hiphopclichés. De man beschouwt zichzelf veeleer poëet dan muzikant en dat vertaalt zich in spitsvondige teksten die geniaal omkaderd worden. Dankzij erg ruimdenkend muzikaal werk zorgt deze rapper verder voor een frisse wind. Noem het maar een vuile wind, want deze plaat klinkt erg vet en slaat de luisteraar in het aangezicht. Krakende, schuifelende ritmen worden zwoel opgevuld met soul- of jazzpartijen en overgoten met een diepe dub. Zowel Antipop Consortiums Priest als Jaleel Bunton (TV on the Radio) werken mee aan dit voortdurend wijzigend klankspel dat live met samples vermengt en nog net voet in hiphop houdt. Toch is het eindresultaat best opdringerig en bitsig, dankzij kort afgeblokte beats en partijen. Zo deppen gitaarsampletjes de krachtige raggagroove van 'Awful Raw' terwijl de energieke uitstraling ervan niet afneemt. Gelukkig zorgt een instrumentale acidjazz-track als 'Crooner Island' (met prachtig keyboardwerk van de onbekende discipel Gymkhana) voor enige adempauze. Zelfs hier is de klank wel nogal ophitsend en werkt het uitmonden in een heuse drum'n'bass niet meteen kalmerend. Datzelfde geldt voor korte blazertjes in het eveneens instrumentale dubintermezzo 'Black Rambo'. Pas vanaf 'Just in case' blaast de plaat echt wat stoom af: een verknipte triphop met wijde dubeffecten en spacy Moroder-effecten zorgt voor een bevreemdende maar weinig gespannen sfeer. Een afgeblokte bonustrack zet tenslotte nog even de virtuoze vingers van Gymkhana in de kijker en laat deze cd rustig uitborrelen, maar tegen dan is enige overredingskracht lang niet meer nodig. De zwaarbeladen carrousel die Mike Ladd op gang heeft gebracht blinkt uit in creativiteit en originaliteit.
'Father Divine' bevat de basisidee van een conceptplaat, maar de uitwerking van een muzikale kermis. Handenvol muzikale stijlen vinden mekaar ook nu weer op sublieme wijze in het hiphopwerk van Mike Ladd. Toch houdt de producer vaste pols op de cd, dankzij een erg uitgebalanceerde, krachtige eindklank die tot in de kleinste details doorklinkt. Enkel al hiervoor mag deze geluidsmeester een pluim op zijn hoed steken, laat dan nog staan dat dit een pracht van een plaat is.
Meer over Mike Ladd
Verder bij Kwadratuur
Interessante links