'Enter by the Twelfth Gate' is het soloalbum van Michael Pinnella, de toetsenist van de progmetalgroep Symphony X. De cover verraadt al niet veel goeds: doorheen een paarse mist is er een ouderwetse poort in een bos te zien met daar achter een futuristische stad. Deze combinatie van oud en nieuw vinden we ook in de muziek op 'Enter by the Twelfth Gate' terug: het album bevat dertien klassieke, barokke symfonieën op synthesizer.
Het album opent met 'White Room' dat start met een dreigende pianopartij. Al gauw wordt die doorspekt met beats en een doordringend synthesizergeluid dat aan Europe's 'The Final Countdown' doet denken. Even later worden er ook elektronische strijkers bijgesleurd, die een iets te prominente rol krijgen. Hierdoor wordt hun nepheid pijnlijk duidelijk. Michael Pinnella's vingers gaan aan een adembenemende snelheid over de toetsen van zijn verschillende keyboards. Dat is best indrukwekkend, maar niet meer dan dat. Na dertien nummers wordt het zelfs aardig vervelend. Een andere constante in 'Enter by the Twelfth Gate zijn de bombastische metalbeats, die af en toe plaats maken voor new age belletjes. De metalbeats zijn het opvallendst terug te vinden op 'Live for the Day', dat even wel weet te verrassen door een knappe driestemmige synthesizerpartij. 'Piano Concerto #1 mvt.1' is de lachwekkendste van het drie bewegingen tellende 'Piano Concerto #1'. Het lijkt wel een soundtrack voor een goedkoop computerspel of een attractie in de Efteling. Erg jammer is dat Pinnella geen originele synthesizergeluiden gebruikt. Hij beperkt zich tot een paar erg vertrouwd aandoende fabrieksgeluiden. De twee andere bewegingen van het 'Piano Concerto #1' leggen de nadruk meer op de piano zelf, die overigens nogal realistisch klinkt. Titeltrack 'Enter by the Twelfth Gate' laat weer meer virtuoze glissandi horen. Het vijfde nummer, 'Falling from the Sky', begint met jazz à la Keith Jarrett maar ontspoort al snel in een mengeling van onregelmatige ritmes, strijkers en synthesizerkoorstemmen. 'Enter by the Twelfth Gate' bevat ook een cover: '*Scriabin Etude OP.42 no5 *'. Door zijn korte duur en redelijk aangename pianopartij is deze interpretatie van een étude van Scriabin het draaglijkste nummer van het album. Dat Michael Pinnella niet vies is van crossover en fusion blijkt erg duidelijk uit 'Moracan Lullaby'. Dit nummer begint met een soort metal op kitscherige synthgeluiden, gaat over in een arabische toonladder en mondt dan uit in een solo op electronische oud en darbouka. 'Cross the Bridge', het laatste nummer, lijkt een medley van het hele album. Klassiek wordt vermengd met metal, jazz en computerspelletje. Hoogtepunten van het nummer zijn een lachwekkende gitaarsolo op synth en een jazzy lofideuntje op piano.
Wat Michael Pinnella's muziek teweegbrengt houdt het midden tussen walging en oncontroleerbare lachbuien. De gedrochten op 'Enter by the Twelfth Gate' bieden wel wat amusement, maar geen genot. Elke vorm van gevoel ontbreekt, de composities zijn weinig boeiend en de geluiden die de brave man uit zijn synthsizers puurt zijn nauwelijks te harden.
Meer over Michael Pinnella
Verder bij Kwadratuur
Interessante links