Merope is een jonge groep met een bezetting die zonder overdrijven uniek genoemd kan worden. Naast bas, percussie, elektrische gitaar en een geut elektronica heeft deze internationale vijfkoppige formatie ook nog twee minder gebruikelijke elementen aan boord: de bansuri , een traditionele Indische fluit, en de kanklès, een Litouwse citer. De titel van dit debuut verwijst naar de negen dagen in de Andalusische bergen die dit vijftal nodig hadden om evenveel nummers te creëren. Het Spaanse ecologische label Wapapura verzorgde de openluchtopnames, op zonne-energie dan nog wel. Resultaat is een album met moeilijk te categoriseren muziek, ergens tussen traditioneel, jazz en elektronica in.
De buitenbries is inderdaad nooit veraf op dit album, en dat zit hem niet alleen in de krekeltjes of windklokjes die de achtergrond subtiel opleuken. Ook de muziek zelf is doordrongen van een zuchtende lichtmoedigheid. De ijle stem van de enige vrouw in het gezelschap, met haar langgerekte klinkers, de zangerige, wat hese Indische fluit, de repetitiviteit: allemaal dragen ze bij tot een etherische tot soms zelfs wat esoterische sfeer. Verwacht daarbij geen duidelijke thema’s of complexe harmonische schema’s, maar eerder sferen, steeds herhaalde motieven en veel aandacht voor texturen.
Niet dat het al gezapigheid is wat de klok slaat op ‘9 Days’. Undiné’ bevat bijvoorbeeld een uiterst vinnige drumpartij die niet helemaal zou misstaan op een drum ’n bass album. In combinatie met een gemoedelijk hobbelende bas levert dat een gelaagde, complexe ritmiek op, die op zijn beurt de achtergrond vormt voor een uiterst eenvoudig maar ritmisch hoekig leidmotief, in unisono door gitaar en bansuri. De moderne toets van een wat spacy gitaarsolo vervolmaakt de spagaat tussen naïeve dagdromerij en metroseksuele actualiteit.
De tijd wordt genomen om de luisteraar subtiel maar volledig in de warme sfeer onder te dompelen. Zo mag de bas in ‘Pilka Daina’ een mooi duet met de krekels aangaan, waarop de kanklès ongedwongen het klanklandschap vervoegt. Enkele gezongen zinnen later is het nummer al weer te slapen gelegd, en de luisteraar alweer een tikkeltje meer ontspannen.
Gegeven een beperkte melodische variatie en het ontbreken van een verstaanbare tekst heeft de zang soms weinig te vertellen. Zo zijn bansuri en stem in ‘Wandelijn’ een onafscheidelijk koor, waarbij de stem de sfeer zodanig vet onderlijnt, dat de subtiliteit er onder lijdt.
Over heel de lijn legt Merope een uiterst fijnzinnig oor voor detail aan de dag. Daar tegenover staat een consequent mijden van drama, spanning of show, met als gevolg dat het allemaal nogal vrijblijvend dreigt te worden voor de minder geëngageerde luisteraar. ‘9 Days’ staat niettemin garant voor negen volkomen originele, positieve muziekminiaturen.