“Dying is a wild night and a new road”, aldus Emily Dickinson in een brief aan haar nicht, gedateerd 1869. De Canadese vocaliste Mélissa Laveaux, afkomstig van Haïti en momenteel woonachtig in Parijs, vernoemde er haar tweede langspeler naar en zegt in Dickinsons schriftuur een blijvende inspiratie te vinden voor haar eigen creaties. Het is niet weinig verrassend dat Laveaux iemand noemt die anderhalve eeuw geleden actief was, want van archaïsche sporen kan in haar eigen muziek geen sprake zijn. Poëtische hoogstandjes kunnen haar zelfgeschreven teksten bovendien niet meteen genoemd worden. Daarnaast is de sound van haar laatste album bijzonder hitgevoelig en eigentijds, waarbij de meerderheid van de nummers werd volgestouwd met elektronische laagjes. Qua productie zit ‘Dying is a Wild Night’ in ieder geval goed elkaar: de dieptewerking van de songs zorgt ervoor dat ze niet gaan vervelen nadat ze een paar keer de revue zijn gepasseerd en het team in de studio zorgde voor een zeer strakke aankleding van wat rond Laveaux’ stem wordt gedrapeerd, waardoor nooit een gevoel ontstaat alsof het materiaal langer wordt uitgesponnen dan zou mogen.
Een goede productie kan natuurlijk ook té goed zien, in die zin dat een song echt wordt overladen met vondsten en op die manier een te overdadig effectbejag ontstaat. ‘Dying is a Wild Night’ blijft gespaard van producers die koste wat het kost willen bewijzen wat ze in hun mars hebben: de essentie blijft stem, gitaar, drums en toetsen, kortom live blijft deze muziek allicht overeind. Laveaux’ persoonlijkheid kan het repertoire met name perfect dragen: zou ‘Move On’ even bezwerend zijn zonder Laveaux’ hese, verleidelijke stem, waarbij haar opgehitste ademhalingen overigens helemaal niet werden weggemoffeld in de mix? Tegenover het nuchtere jasje waarin bepaalde nummers worden gestoken (‘Postman’, ‘Dew Breaker’, ‘Cart Sans Horse’), plaatst de zangeres haar directe, verbale maturiteit. Elders zijn het de glooiingen in het begeleidende landschap die voor een aangename ervaring zorgen.
Na slechts twee langspelers kan Laveaux zich al trotse eigenaar noemen van een eigen stijl: had ‘Calavatious’ immers van iemand anders kunnen zijn? Moedig is dat de zangeres niet bang is voor een uitstap weg van haar vertrouwde terrein: ‘Triggers’ sleurt Laveaux mee in niet te versmaden dansmuziek, terwijl het daarop volgende ‘Pie Bwa’ alweer grossiert in aantrekkelijke lichtheid. ‘Dying is a Wild Night’ gaat dus een aantal verschillende kanten op, zonder dat Laveaux’ haar eigenheid ooit in het gedrang laat brengen.