Bij een trio als Mauger mogen de verwachtingen al wat hoger gespannen zijn dan bij de gemiddelde release. Twee door de wol geverfde jazz- en improvisatiemuzikanten treffen hier een bijna twintig jaar jongere saxofonist die al enkele jaren door het magazine Down Beat als aanstormend talent omschreven wordt. Hemingway, Dresser en Mahanthappa maken van 'The Beautiful Enabler' geen show off plaat, maar volgen een louter muzikale agenda. Het trio klinkt heel evenwichtig en esthetisch gaaf, zonder levenloos te worden. Een groove is nooit zomaar een beatje: iedereen blijft actief bezig, ook wanneer er even voor een swingritmiek gekozen wordt.
Het spijtige van het album is echter dat de ruimte die ontstaat door de afwezigheid van de piano niet helemaal benut wordt. Hierdoor maakt Mauger geen blijvende indruk, iets waar de spuitende adrenaline van het afsluitende 'Meddle Music' weinig aan kan veranderen: de abstracte sound die doorgaans domineert mist meer dan eens iets extra.
Aan het geluid van de saxofonist zal het niet gelegen hebben: die is geweldig sappig en doet in de hoekige composities van Mark Dresser denken aan Tim Berne. Mahanthappa blijft echter vaak hangen in een beperkte toonruimte, alsof hij cirkeltjes draait waar hij moeilijk uit geraakt. In zijn melodische frasering en benadering mist hij bovendien de ritmische precisie en beweeglijkheid van Berne. Wel indrukwekkend daarentegen is 'Intone' waar de belangstelling die Mahanthappa koestert voor Oosterse muziek duidelijk naar voor komt door de zwalpende, afwijkende intonatie. Door het blazend bijsturen van de toonhoogtes en het spelen van ongeveer dezelfde noten met verschillende grepen ontstaan minuscule variaties die een wereld van kwarttonen en open leggen. Deze atmosfeer wordt door bassist Mark Dresser indrukwekkend afgezoomd met glijdende samenklanken. Drummer Gerry Hemingway lijkt op deze track minder in zijn sas en klinkt wat overbodig. Ook op andere momenten lijkt het alsof hij zijn draai niet zo goed kan vinden. Nochtans laat hij in 'Acuppa' een knappe drumsolo optekenen waarin hij – eerder ritmisch dan kleurgericht – de spanning goed weet op te bouwen. Ook het aanvoelen tussen Hemingway en zijn generatiegenoot Dresser laat horen welke klassenbakken hier eigenlijk aan het woord zijn. Zonder opzichtig of expliciet bij elkaar te leen te gaan, klinken de twee als een vrij duo waarvan de muzikanten elkaar blindelings weten te vinden. Van de drie muzikanten van Mauger is Dresser overigens diegene die het meeste indruk maakt. Ver van een onderdanige rol en tegelijkertijd zonder zich ostentatief naar voor te wringen, is hij aanwezig gedurende elke minuut die hij speelt. Of het nu gaat dubbelgrepen die virtuoos van het ene register in het andere springen, een tegenstem die door stiltes zwanger is van spanning of louter ondersteunende bastonen: er is simpelweg geen weg om Dresser heen. Dankzij zijn stevige en herkenbare sound drukt hij, meer dan zijn collega's, zijn stempel op de plaat.
Over de muzikanten van 'The Beautiful Enabler' valt uiteraard weinig verkeerd te zeggen, maar als trio werkt de indrukwekkende bezetting van de plaat niet. Daarvoor klinkt de combinatie van deze musici soms te vrijblijvend en dat is nu net iets dat doorgaans niet geassocieerd wordt met deze artiesten.
Meer over Mauger
Verder bij Kwadratuur
Interessante links