De Nederlander Frank Schouten ofte Matto Frank neemt de term ‘ambient’ vrij letterlijk. De versmelting met omgevingsgeluiden, zoals peetvader Brian Eno het ooit bepaalde, wordt hier omgekeerd. In zijn reis door China vlak na de olympische spelen, zeulde hij een haperend opnametoestel mee om de grote hoeveelheid aan dagelijkse geluiden juist te registreren: van zwaar overstuurde, openbare luidsprekers tot hartelijke Chinese conversaties, rumoer tot gemompel. Het geheel van opnamen heeft Matto Frank thuis verwerkt en met een heerlijke, zachtmoedige ambientsaus overgoten. Zo heeft de omgeving zelf voor zijn eigen geluid gezorgd.
‘China’ is een avontuur. Of het is een droom vol Aziatische impressies. Want de drukte van het land en de cultuur, heeft deze plaat niet. De doezeltonen en soundscapes overheersen meestal de geluidsopnamen als een communistische keizer die zijn volk sust. Zeventien tracks lang tracht Frank verschillende sferen te presenteren, de ene al wat opzichtiger dan de andere.
Eerst combineert Matto Frank een dromerige drone vol ruis met giechelende kinderstemmetjes, dan weerspiegelt hij weer het rumoer in een winkelcentrum. De titels liegen er ook niet om: ‘Metro’, ‘Bejing Bus’ of ‘Taxi 45’ geven telkens de bron van de desbetreffende opname weer. In korte fragmenten als ‘Opa Mobile’ (een stukje traditionele Chinese zang met een mompelstem over), klinkt de plaat even fragmentarisch, maar over het algemeen hangt een erg homogene, constante nevel over dit album. Die is afkomstig van de grote hoeveelheid luidruchtige, synthetische klanken die het straatrumoer in Peking overheersen en zorgen voor een overdonderende, totale feedback die door Frank verwerkt werd tot algehele geluidssferen.
Verstoring en ruis zijn veelal constanten, maar net wanneer het wat te ongemakkelijk of abstract dreigt te worden (zoals in een sequentieel, wazig ‘Vlucht’ of in een blubberend, tikkend ‘Zziki Street’), zorgt de klankkunstenaar weer voor een ongecompliceerde, alledaagse en herkenbare passage. In ‘Ram Dom’ met claxonerende auto’s worden beide elementen overigens mooi samengebracht tot een duistere, traag wentelende industriële technotrack.
Op die manier weet Matto Frank een pracht van een auditief reisverslag te maken. Eentje waarbij twee totaal verschillende culturen in elkaar versmelten en waarin de verwondering over veelvuldige, luidruchtige straatgeluiden met een liefdevolle klankmantel worden overgoten.