Als er ooit awards worden uitgereikt voor het meest gestileerde ensemblespel, dan behoort Matt Wilson's Arts & Crafts zeker tot de genomineerden. Naar goede gewoonte is het drumwerk van bandleider Matt Wilson uiterst fijn: geen grote accenten, maar wel kleine hoekjes en kantjes in een soepele drive. Hiermee kan hij zijn collega's misschien niet aanvuren, maar solistisch komt deze benadering mooi naar voor. Meer dan eens valt op hoe melodisch Wilson als drummer denkt. Zijn solo's zijn geen gelaagde polyritmische structuren, maar verlopen met de frasering van een blazer. Hierdoor sluit zijn spel mooi aan bij de melodische teneur van de hele band. De klare en beheerste lijnen van trompettist Terell Stafford vermengen zich moeiteloos met het klassieke klavierspel van Gary Versace, de new kid on the block in de band. Als pianist past deze laatste perfect in de heldere jazztraditie en als orgelist laat hij horen vertrouwd te zijn met de al even herkenbare hoekige en verhakkelde melodische frasen.
Bassist Dennis Irwin laat zich vooral opmerken in de openende titelcompositie. Zijn zacht donderende baslijn vormt de inleiding voor een stuk dat vooral fans van Herbie Hancocks 'Cantaloupe Island' zal plezieren. Het thema is namelijk ook hier opgebouwd uit kleine motiefjes waarbij Versace's orgel voor een extra funky touch zorgt. Met Ornette Colemans 'Rejoicing', 'We See' van Thelonious Monk en Pat Metheny's 'The Bat' (met die kenmerkende ijle, maar soms verrassend uitgewerkte harmonie) zoekt Matt Wilson de sferen van bekendere collega's op. In de stukken van zijn eigen hand lijkt hij af en toe wat nostalgisch te worden. In '25 Years of Rootabagas' blijven de lange en bevende orgelakkoorden ondanks het retrogevoel toch fris klinken en in 'Feel the Sway' duikelt Wilson het zachte, loungy vrouwenkoortje The Swayettes op waarbij de muziek even de kleur en de motiefjes krijgt van behang uit de jaren '70.
Zo spelen Wilson en zijn collega's een charmante cd bij elkaar die niet bijster boeiend klinkt, maar evenmin verveelt. Alleen de standard 'Tenderly' klinkt wat snel in elkaar gestoken, hoewel het geluid bij de voorstelling van het thema – door het ontbreken van het klavier – mooi extra ruimte krijgt. Gelukkig wordt een van de mooiste momenten van de cd bewaard voor het slot. De oersimpele melodie van Albert Aylers 'Our Prayer' klinkt haast naïef tweestemmig op de vrije ondergrond van drums en accordeon. Hier komen de intrinsieke eenvoud van de compositie en de muzikale benadering van de band helemaal tot hun recht. De overgang naar 'Give Peace a Chance' gebeurt naadloos, maar desondanks klinkt John Lennons song hier totaal overbodig.
Hoewel 'The Scenic Route' nergens verrast, kan niet gezegd worden dat er met de handrem op gespeeld wordt. Wel lijkt de plaat wat last te hebben van de muzikale cruise control die steeds aanstaat. Veilig is het waarschijnlijk wel, maar het opzoeken van wat muzikaal slipgevaar had deze plaat geen kwaad gedaan.
Meer over Matt Wilson's Arts & Crafts
Verder bij Kwadratuur
Interessante links