Martin y Soler (1754-1806), die de bijnaam 'de Valenciaanse Mozart' droeg, is nu grotendeels vergeten maar was in het Wenen van keizer Joseph II even befaamd als zijn Oostenrijkse tijdgenoot. Zijn opera 'Una Cosa Rara' was zo populair dat Mozart melodieën eruit citeerde in zijn eigen 'Don Giovanni'. Want wanneer de Spaanse don naar het fatale einde van de opera toe aan feest organiseert, nodigt hij een zogenaamd 'Harmonie'ensemble, bestaande uit hobo's, klarinetten, hoorns en fagotten uit om voor achtergrondmuziek te zorgen. Zulke ensembles waren geënt op het voorbeeld van de keizerlijke kapel en in het achtiende-eeuwse Wenen razend populair en speelden naast originele composities ook talloze bewerkingen van populaire deuntjes uit de tijd. Zo komt het dat Mozart in 'Don Giovanni' naast zichzelf ook zijn Spaanse tijdgenoot citeert.
Het Spaanse ensemble Moonwinds (een spel op de naam van de oprichter, klarinettist Joan Enric Lluna?) speelt hier een gelijkaardige bewerking van 'Una Cosa Rara', gemaakt door Johann Nepomuk Wendt, die ook voor bewerkingen van Mozarts opera's zorgde, naast originele divertimenti voor blazersensemble van Martin y Soler. Het werd een technisch indrukwekkende uitvoering, op moderne instrumenten maar wel gebruik makend van bassethoorns, een soort van altvariant van de klarinet die erg populair was in Mozarts tijd. De baslijn wordt verder gedubbeld door een contrabas, een praktijk die in de achttiende eeuw vaak werd gevolgd. Johann Nepomuk Wendt, die het arrangement van 'Une Cosa Rara' maakte, was zelf hoboïst, aan het zeer hoog gewaardeerde hoforkest in Mannheim onder meer en het is dus niet echt verwonderlijk dat hij het leeuwendeel van Solers melodielijnen aan de hobo's geeft, die in zijn 'Harmoniemusik' dan ook een verbluffend virtuoze partij te spelen hebben. Maar Soler laat in zijn originele werken zijn muzikanten ook weinig rust, daarvan getuigt onder meer zijn eigen bewerking van de ouverture tot de opera, een stukje muziek dat hij herbruikt in zijn vierde divertimento. Terzijde mogen we ook eventjes vermelden hoe hoboïst Juan Manuel Gonzalez wat anachronistisch Richard Strauss' hoboconcerto parafraseert in een van zijn vrij geïmproviseerde cadenza's (in de juiste toonaard bovendien!), een insider's joke die een glimlach op de lippen van een aandachtige luisteraar zal toveren.
Het grootste nadeel van dit cd'tje is dan wel dat hij muzikaal wat tekort schiet. Ondanks de knappe uitvoering en de pogingen van de negen muzikanten om deze muziek boeiend te houden, komt Solers muziek wat te eenvoudig, wat te simplistisch over. Ondanks het charmante karakter van zijn muziek, evenaart Martin y Soler nergens de melodische en harmonische inventie van composities voor blazers van Mozart, Haydn of Beethoven.
Meer over Martin y Soler
Verder bij Kwadratuur
Interessante links