Voor Mark Knopfler zijn de hoogdagen van het sterrendom al lang voorbij. Als soloartiest kon hij nooit meer tippen aan het succes dat hem te beurt viel als Dire Straits-frontman en daar gaat zijn nieuwe cd, 'Shangri-La', hoogstwaarschijnlijk geen verandering in brengen. Hoewel 'Shangri-La' een aantal goede songs bevat, zal de plaat in de oren van de meeste mensen toch iets te licht en te glad klinken. Niet dat Knopfler tegenwoordig bubblegum-pop maakt (daarvoor heeft de man te veel goede smaak), maar nu en dan komt hij toch gevaarlijk dicht in de buurt.
Opener '5.15 a.m.' is veruit het beste nummer van de cd. De lyrics vertellen het verhaal van een moord begin jaren zestig in Newcastle en worden door Knopfler met zijn typische, relax klinkende intonatie gezongen. Vooral wanneer hij gedurende enkele korte momenten in duet met zichzelf zingt, levert dit heel mooie resultaten op. Met 'Sultans of Swing' heeft Knopfler een gitaarklassieker geschreven waarop vele beginnende gitaristen zich hebben ziekgeoefend, maar van zijn instrumentale virtuositeit is op 'Shangri-La' weinig te merken. Zo is in de eerste strofe van '5.15 a.m.' het enige instrument (naast stem) een elektrische ritmegitaar, waarop slechts een paar simpele akkoordjes worden gespeeld. Nadien vallen bas, drums, tweede gitaar en orgel in, maar ook de solo-licks van de tweede gitaar zijn allesbehalve adembenemend. Dit hoeft geen negatief waardeoordeel in te houden: Knopfler en zijn muzikanten stellen op deze cd duidelijk de eenvoud centraal en die aanpak werkt perfect, ten minste zo lang de melodieën en teksten voldoende tegengewicht bieden voor die instrumentale simpelheid. Dat is o.a. het geval op de blues 'Song for Sonny Liston' (over de gelijknamige Amerikaanse bokser uit de fifties), waarop enkel bas, drum en één gitaar te horen zijn. De 'groove' van de song zit perfect en het nummer kan, ondanks de herhalingen in de tekst, moeiteloos de volle vijf minuten boeien. Ook 'Sucker Row' en 'Boom, Like That' zijn goede songs, hoewel ze een ietsje scherpte ontberen om echt essentieel te worden.
De meeste andere nummers op 'Shangri-La' lenen zich helaas iets te veel tot 'easy listening' en zijn vaak ronduit flauw. 'Donegan's Gone', dat Knopfler opdraagt aan de in 2002 gestorven skifflepionier Lonnie Donegan, lijkt met zijn belachelijk repetitieve tekst (die uit nauwelijks meer bestaat dan "Donegan's gone, Lonnie Donegan, Donegan's gone") en zijn al even repetitief slidegitaarriffje eerder op skiffleparodie dan op een eerbetoon aan Donegan. De songs van het skifflegenre blonken niet meteen uit in muzikale complexiteit, maar van een professionele muzikant als Knopfler zou men toch iets meer inventiviteit of creativiteit mogen verwachten. Ook country-achtige songs als 'Postcards From Paraguay', 'Whoop De Doo' en 'All That Matters' zijn té oppervlakkig om meer dan één luisterbeurt te boeien.
Een gebrek aan inspiratie? Gemakzucht? Het zijn mogelijke redenen voor de middelmatigheid van 'Shangri-La'. Het mag in elk geval duidelijk zijn dat Knopfler véél beter moet kunnen.

Meer over Mark Knopfler


Verder bij Kwadratuur
  • Helaas geen extra info meer.

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.