We schrijven 7 juli 1994, een zomerse avond in Parijs. In het sportpaleis troept publiek samen voor een concert van Michel Petrucciani en Marcus Miller. Ze zouden waar voor hun geld krijgen. Het concert was een enorm succes en werd al snel legendarisch genoemd.
Deze opname van de tweede 'Dreyfus Night', die door het Dreyfus label georganiseerd werd in het Palais des Sports in Parijs, bevat drie nummers, die elk meer dan een kwartier duren. De nummers hebben bij wijlen iets van een jamsessie. Die indruk klopt ook, want de muzikanten op deze plaat hadden nog nooit eerder allemaal samen gespeeld.
De leider van het geheel is pianist Michel Petrucciani. Deze in 1999 gestorven jazzpianist was niet alleen bekend om zijn uitmuntende pianospel maar ook omdat hij een groeiziekte had waardoor hij als kleine man vaak op het podium gedragen moest worden. Bovendien moesten de pedalen van de piano vaak speciaal aangepast worden aan zijn lichaam. Petrucciani toont zich die bewuste avond in grote doen. Met zijn geïnspireerde, niet overdreven volgestouwde en dus vlot beluisterbare pianosolo's bewijst hij hier dat hij tot de grote jazzpianisten van zijn tijd mag worden gerekend. De muzikanten die hem omringen mogen er ook wezen. Bassist Marcus Miller en drummer Lenny White zorgen op elektrische bas en drum voor een groove die de nummers nooit laat stilvallen. Miller plaats hier en daar funky accenten door te slappen, terwijl White geen twee maten achter elkaar hetzelfde speelt. Beiden geven ook schitterende solo's. Fascinerend is ook het gitaarspel van Biréli Lagrène. Vaak blijft hij op de achtergrond maar als hij zijn kans ruikt drukt hij met indrukwekkend snelle solo's zijn eigen stempel op de nummers. Kenny Garrett tenslotte, die de saxofoon bespeelt, doet dit eveneens met verve. Zonder excentriek te doen soleert hij er in het openingsnummer 'Tutu' op los. Zijn solo's zijn begrijpelijk, niet al te overdonderend maar ook niet braaf. Hij vindt hier de gulden middenweg tussen gewoon brave themaomzwervingen en wilde moeilijk te volgen fantasieën. Heel de plaat wordt gekenmerkt door dat soort improvisaties. Dat deze muzikanten nog nooit eerder samen op een podium stonden, wil niet zeggen dat het geheel niet voorbereid was. Er zit wel degelijk een thema in elk nummer. Een opvallend mooi thema is dat van het derde nummer, 'Looking up', van de hand van Michel Petrucciani. Het is een klassiek jazzthema dat door de slappende baslijn van Miller meteen een funky toets krijgt. En het spelplezier druipt van het hele concert af! Dat dat fameuze 'Dreyfus Night' concert inmiddels al de stempel 'legendarisch' gekregen heeft, hoeft dan ook niet te verbazen.
Meer over Marcus Miller, Michel Petrucciani, Biréli Lagrène, Lenny White, Kenny Garrett
Verder bij Kwadratuur
Interessante links