Vanaf het ogenblik dat muziek gemaakt werd, zijn meteen ook esthetische grenzen ontstaan over die muziek. Tegelijkertijd begonnen artiesten die grenzen ook te betasten en te verschuiven. Met name in het genre van minimale ambientmuziek, wordt duchtig geëxperimenteerd met voor een breed publiek moeilijk te tolereren geluidscreaties. De Nederlander Zeno van den Broek of Machinist focust op de synergie tussen klank, beeld en ruimte en durft daarbij chronologie en logische structuur al eens te verwaarlozen. Geluid, dimensie en perspectief zijn termen die beter omschrijven wat op zijn nieuw werk, ‘Convergence’ kan beleefd worden.
Het is niet eenvoudig om de geluidsdrager ‘Convergence’ dus los te koppelen van zijn visuele omkadering: een cover met een duister en abstract, eigengemaakt schilderij dat op de promoversie in een volledige A4 is meegegeven.
Het muzikale luik bestaat uit een enkele track van een dik halfuur waarin langzame evolutie en verschillende verhaalfacetten centraal staan. De eerste periode draait voornamelijk om een enkele pianonoot die in een vaste herhaling wordt aangeslagen en lang blijft nazinderen en zoemen. De verbeeldingskracht van de luisteraar helpt de naklank om te toveren tot trage bewegingspulsen en nevenklanken. Na een vijftal minuten verdwijnt de aanslag en rest slechts een snorrende, penetrante toon met kil gillende achtergrondeffecten. Een langzame draaibeweging tovert een nieuwe grondkleur tevoorschijn, die de monotonie van dit verhaal geen moment aanvalt.
Op een organische manier gaat Machinist op zoek naar verschillende dimensies binnen een minimalistisch kader. Een diep donkerblauwe doezelnoot groeit op tegen een achtergrond van ratelende klanken en verduistert nog meer tot een zoemtoon van een hoog overvliegend vliegtuig in een vibrerende zomerlucht. De onrust op de achtergrond neemt toe. Krakende geluiden, echoënde slagen op de klankkast en druppeltoetsen die klinken als douchegeluiden prikkelen de verbeeldingskracht. Een basistoon op een irritante drilboorfrequentie blijft echter voor auditieve ellende zorgen.
Halfweg vervalt de excursie terug in de herhaaldelijk aangeslagen piano, maar komen daar veldopnamen van bizar gekraak, een regenvlaag en waaiende bomen bij. De stortbui houdt aan en vervaagt de mechanische muziek. Een verre golfslag en een enkele meeuwenkreet resteert, naast het onophoudelijk watergedruis. Acht minuten voor afloop komt opnieuw een hoge pianotoets kijken en treedt wat zoem in. Zowel oorzaak, reden als betekenis hiervan blijft echter een groot raadsel.
‘Convergence’ is een uiterst abstracte belevingsplaat. Meestal presenteert Convergence zijn klankreis als een boeiende ontdekkingstocht voor geluidsfetisjisten. Bij momenten wordt het echter wat te zwaar en minimalistisch, klinkt het ronduit irritant en roept de artiest net wat te veel vraagtekens op. Dat alles maakt van dit album erg zware kost, de release beperkt zich dan ook bewust tot slechts honderd volgers.