Wie Luigi Boccherini kent, kent zijn bekende 'menuet', eigenlijk het derde deel uit een strijkkwintet in E majeur maar het nochtans grote oeuvre van de Italiaanse componist wordt verder nauwelijks gespeeld. Cellisten kennen hem dan weer iets beter omdat Boccherini zelf Cello bespeelde en een aanzienlijk solo- en kamermuziekrepertoire voor het instrument achter liet. Boccherini werd geboren in Lucca in Toscane maar bracht het grootste deel van zijn loopbaan in Spanje door, als componist bij Don Luis Antonio van Spanje, de broer van de Spaanse koning Karel III.
Boccherini deed grote moeite om in contact te blijven met de rest van de Europese muziekwereld. Hij bewonderde en analyseerde veel van Haydns muziek en zijn eigen composities doen dan ook heel kosmopolitisch aan. Beter nog: de zo onbekende muziek (een strijktrio, -kwartet, -kwintet en –sextet) op deze cd hoeft op geen enkele manier onder te doen voor die van Haydn of zelfs Mozart. Boccherini bezit een zin voor aantrekkelijke melodieën en harmonie en toont in al zijn composities hoe knap hij elk instrument een gelijkwaardige partij kan geven. Spaanse invloeden vallen toch af en toe op, zoals de typische gitaarfiguraties in het eerste deel van het strijksextet of de arpeggioakkoorden in de finale van het kwintet.
Het Italiaanse Europa Galante is een volwaardig barokorkest maar dat de muzikanten kamermuziek ook uitstekend kunnen aanpakken is deze nieuwe cd een overtuigend bewijs. De typerend lichte klank van het ensemble, die al eerder te beluisteren viel op een vorige cd met vroegklassieke Italiaanse symfonieën staat een geëngageerde uitvoering met snelle tempi, vinnige frasewendingen en stevige 'forte' passages niet in de weg.
De muzikanten nemen een tempoaanduiding als 'minuetto con moto' uit het sextet bijvoorbeeld erg letterlijk, als een lichtvoetige, zorgeloze en ritmische dans in driekwartsmaat. Een vlotte aanpak karakteriseert de hele cd en dat is precies wat deze muziek, met zijn sprankelende melodieën – waarvan er enkele moeiteloos blijven hangen – nodig heeft. De muzikanten herhalen zich nooit: waar ze een thema hernemen gebeurt dat met wat extra zwier, of net iets stiller of met een paar versieringen meer dan de eerste keer. De hele cd ademt zo een sfeer van vrij en zorgeloos musiceren uit.
En dan is er de muziek van Boccherini zelf die gerust tot het beste gerekend mag worden dat de late achttiende eeuw op muzikaal gebied voortbracht. Deze vier werken brengen een grote inventiviteit wat stemvoering, instrumentatie en harmonie betreft ten gehore en krijgen een uitvoering mee die Boccherinis muziek op alle vlakken eer aandoet. Achttiende-eeuwse muziek klinkt wel vaker elegant en is – bij een fijnbesnaarde uitvoering, tenminste – altijd aantrekkelijk maar er blijft een verschil bestaan tussen gewoon vrijblijvende elegantie en de grote originaliteit die men hier kan beluisteren.
Meer over Luigi Boccherini
Verder bij Kwadratuur
Interessante links