Supraphon is het belangrijkste Tsjechische muzieklabel voor klassieke muziek op dit moment. Hun klemtoon ligt nog steeds bij het Boheemse repertoire en ook in hun artiestenkeuze grasduint de platenmaatschappij dikwijls in de landen van het voormalige Oostblok. Af en toe komt er op die manier een pareltje uit de bus, zoals het recent verschenen 'Bohemian Impressions', waarop opkomend dirigent Jiří Bělohlávek met de Prague Philharmonia een scala aan Boheemse componisten ten gehore bracht. Supraphon keert het verleden echter de rug niet toe en heeft een afzonderlijk luik met "Archiv recordings". Een verdere opsplitsing daarvan bracht het label tot de noemer "Russian masters", waarin naast solo-recitals van pianist Sviatoslav Richter en cellist Mstislav Rostropovich nu ook een sublieme opname met Beethovens pianotrio's is verschenen. Die opname geeft een hoogst uitzonderlijk live-concert weer, van een trio dat de planken hoogst zelden zou delen. Dat de drie Russische muzikanten bovendien de relatief weinig uitgevoerde trio's van Beethoven spelen, maakt het aanschijn van deze opname des te unieker.
De muzikanten in kwestie zijn Mstislav Rostropovich, de belangrijkste cellist van de twintigste eeuw (naast Pablo Casals), Rudolf Barshai op altviool en Leonid Kogan als violist. Vooral die laatste geniet tegenwoordig niet meer de erkenning die hem vroeger te beurt viel. Hij is in de geschiedenisboeken ergens in de schaduw van David Oistrakh blijven steken, hoewel Kogan in 1951 de Koningin Elisabethwedstrijd voor viool gewonnen had. Dat deze drie musici toevallig op hetzelfde moment te gast waren in juni 1960 te Praag, heeft alles te maken met het Spring International Music Festival dat er toen georganiseerd werd. Rostropovich stelde er destijds ook een eigen recital voor en van de gelegenheid maakte hij gebruik om met Kogan en Barshai Beethoven te spelen. De Russen waren graag gezien in Praag en bovendien kwamen de musici met het grootste plezier naar de hoofdstad afgezakt. Hoewel Praag toen onder een streng communistisch bewind stond, ervoeren de drie er immers een grotere vrijheid dan in Moskou het geval was. De stad gold toen als de poort naar het Westen en de muzikanten genoten intens van de ontspannen sfeer.
Ontspannen is echter een woord dat men deze opname niet kan opkleven. Kogan, Barshai en Rostropovich spelen op het scherp van de snee en ontwikkelen deze vroege Beethoventrio's met een ingesteldheid die de jonge componist heel goed gaat. De trio's hangen immers ergens tussen de klassiek en de romantiek in en vormen op die manier dikwijls een struikelblok voor interpreten. Kondigen de trio's het einde van de klassiek aan en pakt men ze dus vanuit hun nieuwe ideeën aan, of beklemtoont men hun wortels in de traditie van Haydn en Mozart en krijgen de trio's vanuit die optiek een meer traditionele lezing? Dit trio bewaart het ultieme evenwicht en laat de vroege Beethoven klinken zoals die moet klinken: lyrisch en fijngevoelig, maar niet eenduidig onbezorgd.
Wetende dat het hier om live-uitvoeringen gaat, wordt men bovendien met de neus op het feit gedrukt dat de technische overtuigingskracht van de oude Russische school tegenwoordig nog indrukwekkender lijkt dan toen het geval moet geweest zijn. De enige reden waarom men deze opname niet zou beluisteren, is omwille van de ruis op de geluidsband, die soms storend werkt. Een dergelijk probleem kan men echter door de vingers zien in het aanschijn van de superieure inhoudelijke kwaliteit van de opname, die zonder twijfel als referentie voor de vroege Beethoven kan gelden.