Vrijgevochten interpreten: er lopen er rond. Ze halen het klassieke repertoire over hoop, schoppen tegen schenen, doorbreken tradities, houden hun poot stijf en worden uiteindelijk levend begraven dan wel postuum verheerlijkt. Op zijn minst blijven ze een voetnoot in de geschiedenis, worden hun opnames gekoesterd door enkelingen die menen dat precies dit ene werk nooit beter, intiemer en meer integer werd gebracht dan door de zo vaak verguisde solist, voor wie "middelmaat" overigens duidelijk geen optie was. De vraag naar integriteit is in geval van bijvoorbeeld Glenn Gould al vaak gesteld: is het arrogant de historische gronden van een partituur de rug toe te keren en er "iets nieuws" van te maken, zoals de man zo vaak heeft gedaan? Onder het mom van eerlijkheid is Goulds oeuvre allicht perfect te verdedigen: de man heeft waarschijnlijk geen noot gespeeld waar hij niet rotsvast in geloofde, omdat muziek naar zijn geest en hart geen compromissen toeliet. Precies het zich toe-eigenen van het repertoire maakt die opnames tot op heden zo persoonlijk: wie voelt niet dat daar een bijzonder iemand Bachs 'Goldbergvariaties' aan het spelen is? Anderzijds lijkt de radicaliteit van iemand als Gould vaak heel veel kapot te maken, want waarom moet Barokmuziek ineens gepunteerd de pan uit swingen, zelfs af en toe quasi uit de bocht vliegen en continu onderhevig zijn aan creativiteit die het genie van de partituur zelf als het ware overschaduwt?

Alle vernieuwing verwerpen is uiteraard geen verdedigbare houding voor de muziekliefhebber. Precies de grote verwondering waarmee interpreten de klassieke canon benaderen en naar cd vertalen, zorgt ervoor dat een mens zich jaren lang in dit ene genre kan verdiepen. Niets is immers definitief: kleine accenten, spitsvondige fraseringen en motieven uitlichten in de doorwerking zijn slechts een paar van de vele stijlmiddelen waarvan een solist zich kan bedienen om gekend repertoire opnieuw te kruiden, zodat een vertrouwde specerij de zintuigen toch om de tuin leidt en versteld doet staan. Toch krijgen muzikanten niet de vrijgeleide het originele manuscript dat de componist heeft nagelaten, integraal te verwaarlozen. De 'Recomposed'-series van Deutsche Grammophon daar gelaten, is het nog altijd geen routinepraktijk om te beginnen knippen en plakken in werken die al een of meerdere eeuwen worden uitgevoerd. Anderzijds hebben uitvoerders de plicht om de relevantie van een werk vandaag aanschouwelijk te maken. De uitvoeringspraktijk in de toekomst mag geen blinde anachronistische vereringscultus worden en moet vraagtekens durven plaatsen bij verworven zekerheden. De jonge Koreaanse HJ Lim verklaarde zich tegenover EMI Classics bereid om Beethoven pianosonates aan een hedendaagse kritische blik te onderwerpen. Voor haar gaat diens muziek immers om universele emotionaliteit – een emotionaliteit die, volgens haar, vandaag alleen voldoende effect kan resorteren bij het publiek door niet via de geijkte wegen de titanenheuvel te bestijgen, maar via allerhande sluiproutes.

Verrassend is het minste wat men kan zeggen van de integrale cyclus die de virtuoze in elkaar heeft geknutseld. Op haar techniek valt niets af te dingen, ook niet wanneer ze aartsmoeilijke trekken aan een grotere vaart dan gebruikelijk benadert. Problematisch wordt het echter wanneer de soliste aan allerhande tempo's begint te rammelen en de hele betekeniswereld van Beethoven door elkaar lijkt te halen. De sonates catalogeren onder noemers als "eternal feminine", "nature" of "destiny" getuigt niet van de grootste inzichtelijkheid, de naam 'Hammerklavier' letterlijk opvatten al evenmin. Quasi al Lims muzikale bewegingen worden daarenboven theatraal: langzame delen klinken niet gewoon triest, maar ineens vermoeid, pathetisch of depressief, uitbarstingen zijn niet meer gedoseerd, maar steeds weer exuberant. Ook het hele spectrum dat daar tussenligt pompt Lim vol met nieuwigheden – van deze box is het even bekomen voor wie hem op enkele dagen tijd volledig wil beluisteren. En loont dat nu eigenlijk de moeite? Beethoven-fanaten reageren verdeeld op dit soort (blasfemische?) praktijken, wat te begrijpen is. HJ Lim gebruikt detergent en anti-roest om Beethoven piekfijn naar binnen te laten glijden - maar wie zat daarop te wachten? Een ervaring is het: een waarbij de luisteraar (overwegend) woedend wordt over de soms smakeloze wendingen die de interprete zich permitteert, om er later toch met een zeker vermetel genoegen naar te luisteren. Wie een eersteling zoekt van Beethovens sonates, kan hetzelfde bedrag bij EMI besteden aan Daniel Barenboims onlangs heruitgegeven integrale set: evenzeer de valkuilen van al te academische na-aperij omzeilend, maar al bij al (prettig) conventioneler. Anderzijds: wie niet waagt, niet wint?

Meer over Ludwig van Beethoven


Verder bij Kwadratuur
  • Helaas geen extra info meer.

Verder bij Spotify
Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.