Voor veel luisteraars zal nieuwe tangotraditie veelal synoniem zijn voor het enkele jaren geleden fel gehypte Gotan Project. Ze waren echter niet de enigen die de zwoele tango aanlengden met elektronica. Ook de Bajofondo Tangoclub was op dit terrein actief. Aan een nieuw Bajofondo-album wordt momenteel gewerkt, maar ondertussen komt hun keyboardspeler Luciano Supervielle alvast met een soloalbum – met medewerking van een handvol collega's uit de Tangoclub en producers Gustavo Santaolla en Juan Campodónico. Supervielle zelf is te horen op elektrische piano (met akoestische en Fender-klanken), computer en draaitafels. Tango en aanverwanten blijven een duidelijke voedingsbodem: piano, viool en bandoneon bepalen in hoge maten het klankbeeld van de cd, al mogen de instrumenten nooit echt uitspelen. Door ze eerder als loop of als kleurelement in te schakelen sijpelen ze zo door in de elektronica van beats en geluidsfilters.
De producties zijn bijzonder verzorgd, waarbij het sensuele of het nostalgische van de tango bewaard blijven. De ritmische scherpte gaat door het gebruik van beats en het versnipperen van de akoestische instrumenten helaas wat verloren, wat er voor zorgt dat de muziek meer dan eens voorbij lijkt te glijden: heel mooi, maar zonder zich in de luisteraar te kunnen vasthaken. Dit effect wordt nog versterkt door de arrangementen. Hoewel deze geregeld veranderen – door strofe/refreinstructuren, geluiden te filteren of klanken bij te voegen of weg te nemen – passeren ze misschien iets te gemakkelijk.
Het eerste echte nummer op de cd wordt vanuit deze optiek meteen een atypische track. 'Décollage' is een muzikale puzzel, waarbij een snedig afgebroken akoestische gitaar, fluit, piano en viool mooi in elkaar haken en de ritmische drive van de tango bewaard blijft. Deze mooie, passionele symbiose van elektronisch geschikte, akoestische klanken wordt later nooit meer helemaal bereikt. Ook niet wanneer Supervielle en zijn producers zich bedienen van drukkere jungle-beats. Wanneer deze in 'Fandago' aangevuld worden met een akoestische contrabas, lijkt de muziek op zoek te zijn naar een tango versie van Roni Size's live drum 'n' bass band Reprazent. De luchtige geluidjes die er bij gegeven worden maken er echter meteen jungle-light van.
Ook bij de andere tracks op de cd bepalen de beats en wat er naast de akoestische instrumenten bij komt in grote mate de richting die de muziek uitgaat. De ene keer is dit een hiphopbeat met Spaanstalige rap, dan weer de Frans-Spaanse zang van Ana Lee die eerder r&b invloeden verraadt of rustige, instrumentale triphop, inclusief scratches. Wanneer in 'Perfume' en 'Pulso' de beat dan een duidelijke fourbeat wordt, krijgt de muziek een injectie van commerciëlere, heel herkenbare dance. Dat Supervielle hier echter niet kiest voor een dreunende, maar eerder voor een licht pulserende beat, garandeert ook hier de muzikale integriteit die hij ook tijdens de andere nummers kan volhouden. Want hoewel het album heel gemakkelijk het gehoor binnenglijdt, is geen enkele track tenenkrullend glad. Al had een groffere korrel hier en daar de cd heel wat extra kunnen geven.
Meer over Luciano Supervielle
Verder bij Kwadratuur
Interessante links