In 2003 bracht het vocaal ensemble Lo Còr de la Plana 'Es Lo Titre' uit, een plaat die verschillende prijzen in de wacht sleepte en lovende kritieken kreeg. Als de muziekbusiness consequent is, dan kunnen ze niet minder doen voor de opvolger 'Tant Deman'. Waar op de eerste plaat nog wat korte aardigheidjes stonden, is er op 'Tant Deman' alleen plaats voor volwaardige nummers.
Net als tal van andere artiesten uit de omgeving van Marseille, kiezen Manu Théron en zijn collega's er voor om consequent in het Occitaans te zingen. Geen probleem voor zij die deze volkstaal niet beheersen, want het overigens weer knap ineen geknutselde cd-boekje voorziet vertalingen in het Engels en het proper Frans. Zo kan iedereen meegenieten van de teksten die druipen van de ironische maatschappelijke bespiegelingen en van het genieten van het leven het hoogste goed maken: alles op z'n tijd, werken als het goed uitkomt, maar eerst eten, drinken en vrouwen. Wie het daar niet mee eens is kan bezoek verwachten van de groep en zal – zoals bezongen in 'Bosin' – wel eens kunnen meemaken dat het vel van zijn billen gebruikt wordt voor het bespannen van een taboerijn.
Muzikaal zijn de zangers van de groep echter alles behalve gemakzuchtig of lui te noemen, want Lo Còr de la Plana gaat weer ver over de grens die doorgaans de traditionele muziek afbakent. De manier waarop er snel en soepel van een- naar twee- en meerstemmigheid geschoven wordt klinkt alsof alles toch zo vanzelfsprekend is. Uitzonderlijk wordt er gebruik gemaakt van een dreunende bourdon, maar meestal kiest componist en leider Manu Théron voor gedetailleerd en ambitieus uitgewerkte arrangementen. Die zijn rijk aan polyfone lagen en verschillen binnen een nummer gegarandeerd van strofe tot strofe. Bovendien pikken de zangers met soms erg korte klanken snel op elkaar in of vullen ze elkaar soms zo snel aan dat de arrangementen lijken voorbij te flitsen. Deze vlotheid wordt nog vergroot doordat de articulatie van de woorden, zuchten en ademen deel uitmaken van het muzikale ritme. De eenvoudige percussie (meestal handtrommen) en de bij momenten wervelende drive die gecreëerd wordt, zorgen er voor dat al deze complexiteit er bij de luisteraar vlot inschuift.
Hoe diep de muziek geworteld is in de volkstraditie valt het best op bij de nummers waarin een volksdansritmiek aan de orde is. Wanneer die in 'Nau Gojatas' plaats maakt voor stompende percussieritmes en kleine versnellingen wordt de muziek dwingend en hypnotiserend. 'Feniant e Gromand' krijgt dan weer een extra kleur door het beperkt, maar effectief gebruik van fanfare-instrumenten. In 'Lèva ti Dau Mitan' zijn die dan weer helemaal niet nodig, want hier klinken de stemmen zo krachtig rechtdoor dat het geluid probleemloos de vergelijking met een plechtig koperensemble kan doorstaan. In 'La Vièlha' wordt het zuiver akoestische pad even verlaten. Een elementaire elektronische beat en een akoestische basdrone van een van de zangers zorgen voor een van de donkerste tracks op de cd, maar alles blijft werken. 'Tant Deman' is dan ook een wereldplaat, zij het dan eerder in de betekenis wereldklasse dan van zuivere wereldmuziek.
Meer over Lo Còr de la Plana
Verder bij Kwadratuur
Interessante links