De tijd van grote orkesten die zangers begeleiden ligt helaas achter ons. Onder het mom van kostenbesparing is het slechts bij hoge uitzondering dat zoiets nog gebeurt, en met hafabraorkesten al zeker niet. De laatste moet een liveregistratie zijn van Raymond van het Groenewoud die als speciale gast (tezamen met Bert Joris) met het fanfareorkest Brass-aux-Saxes vier nummers zong.
Het idee dat Lieven Tavernier (en/of Jan De Wilde) ook die stap zouden (moeten) zetten, is waarschijnlijk al ontelbare keren geopperd, maar nu is het eindelijk zover. In samenwerking met de Leuvense brassband United Brass (vaak aangevuld met hammond, piano en gitaren) kregen enkele van Taverniers songs een nieuw kleedje aangemeten. Het resultaat mag er zeker zijn, al was dat al duidelijk toen Jan De Wilde begin jaren ’90 al eens met het kamerorkest Prima La Musica op tournee ging. Niet alle songs vallen even vlug in de smaak als de hartbrekende opener ‘In Knokke’, dat het origineel tot een vaag blauwdrukje herleidt. Enkele songs zijn klassiekers geworden in de versies van Jan De Wilde en het vraagt daarom enige gewenning om ‘Eerste Sneeuw’ en het bloedmooi gearrangeerde titelnummer naar waarde te schatten.
De hele plaat is als het ware een ode aan de liedsmid zijn verleden, de jeugd in Gent, zijn moeder, zijn leefomgeving en koude, donkere dagen. Ook ‘De Klokken Van Sint-Baafs’ en ‘Kerstdagmorgen’ zitten er vol van en de koperblazers intensifiëren die indruk heel sterk. Niet alleen het zware koper, maar ook de cornetten en hoornsectie dragen bij tot de melancholie die deze plaat kenmerkt.
Niet alle nummers moeten het hebben van ingetogen en emotionele introspectie. ‘Molenstraat’ is een vrolijke, zomerse song waar zelfs de liefhebber van Vlaamse schlagers zich in kan vinden. United Brass krijgt zelfs een bigbandsound in de blues ‘Engel’. Toch blijft ook in het swingende, door de bastuba voortgestuwde ‘Johnny & Alice’ het verleden weerklinken, nooit ver van kroegen, kerken en kerkhoven. Wie dacht dat Guido Belcanto de laatste was die levensliederen van niveau kon brengen, eat this.
Opmerkelijk is dat Lieven Tavernier hiervoor naar Leuven moest, terwijl Gent toch een tweetal behoorlijke brassbands kent, maar dat is een detail. ‘De Fanfare Van Honger En Dorst’ is misschien een compilatie van songs in een andere versie maar is niettemin een van de beste Nederlandstalige cd's van het jaar.