Conceptplaten lijken een vrij gemakkelijke zaak te zijn, maar vaak dwingt zo’n keurslijf om zich te beperken tot clichés of is de kwaliteit niet constant. Temidden een heldhaftige fanfare (Herbert Howell’s ‘King’s Herald’ uit ‘Pageantry’) kondigt een stem ‘The Age Of Chivalry’ aan als een veelluik over koningen, koninginnen, ridders, legendarische veldslagen, magie en hoofs gedrag van edelmannen tegenover hun vrouwelijke klassegenoten. Het verhaal Of Kings… gaat verder met twee werken uit het Elizabethaanse tijdperk die door Elgar Howarth een brassbandkleedje kregen aangemeten: de plechtige ‘The Earl Of Oxford’s March’ (William Byrd) en ‘King John’s Hunting Jig’ (John Bull). Het tweede luik, Of Fair Maidens…, bevat het overbekende ‘Greensleeves’, dat onopvallend overgaat in de klassieker ‘For The Love Of A Princess’ uit de film ‘Braveheart en hierin zorgt de bugelsolo van Ben Rapp voor het eerste kippenvelmoment.

Met het onderdeel Of Legendary Knights and Battle…was er waarschijnlijk inspiratie genoeg om een dubbel-cd te vullen, maar toch werden hier verrassende keuzes gemaakt. Dirigent Philip Harper schreef ‘The Royal Game’ zelf en wie daar middeleeuws geïnspireerde muziek verwacht, komt bedrogen uit. Het is opgebouwd als een imaginair schaakspel, waarbij de witten (de goede, met de euphonium als koning) het opnemen tegen de zwarten (met de bugel als boze koningin). Na ook hier een openende fanfare volgt een ‘Death Mambo’, levendig swingend maar met een donkere ondertoon, met een knipoog naar  ‘West Side Story’. Onder de invloed van de kwaadaardige bisschoppen (de altopupiter) probeert de koningin de koning te verleiden met haar ijskoude schoonheid en erotiek. De koning smelt – schaak – en de oorlog met galopperende paarden en zwaardgevechten die erop volgt wordt opgeroepen door een wilde pasodoble. Uiteindelijk komt de cavalerie - wie anders dan de trombonesectie? – de koning redden en met deze filmische muziek zegeviert het goede. De pasodoble en mambo komen nog even terug, zij het op de achtergrond als zijn het de stuiptrekkingen van een gevallen regime. 

Het in 1930 door Denis Wright gecomponeerde ‘Tintagel’ werd indertijd voor wedstrijden afgewezen omdat het als te moeilijk werd beschouwd. Toch klinkt het helemaal niet ingewikkeld of ontoegankelijk. Zoals de titel laat uitschijnen, is het stuk qua structuur gebaseerd op de Arthurlegende. Het eerste deel, ‘King Arthur’, is een plechtige maar vrij stil gespeelde mars. Trombonist Daniel Brooks brengt een schijnbaar sobere solo ten gehore in het trage ‘Elaine’, dat over the Lady van Shalot gaat die stierf door haar liefde voor Lancelot. Wat de rustige tracks aangaat, is dit zeker het hoogtepunt van de cd. De titel ‘Merlin The Magician’ laat weinig aan de verbeelding over met grillige bewegingen die de toverkracht van Merlijn moeten ensceneren. Dat wordt echter al vlug gevolgd door een heldhaftige, traditioneel aandoende melodie. 

Het vierde en voorlaatste luik Of Queens…is een bijzonder geslaagde woordspeling, want dit onderdeel bevat drie bewerkingen van leden van de gelijknamige band: Freddie Mercury’s ‘Don’t Stop Me Now’ (met een bijzonder enthousiaste Daniel Brooks op trombone) en twee composities van Brian May. Euphonium Philippe Schwartz , solocornet John Doyle en sopraancornet Matt Balson halen er meer uit dan May zelf kon bereiken. ‘Fat Bottomed Girls’ ten slotte wordt vrij zwaar gespeeld, behalve dan door de sopraancornet die als een slanke schone klinkt. Of iedereen even enthousiast is over de invulling van dit onderdeel valt te betwijfelen, maar het geeft de cd tevens een speels kantje. Philip Harper, die eerder al bij de Polysteel Band en de Greater Gwent Youth Band zijn voorliefde voor deze muziek al kon uitleven, arrangeerde alle drie de werken. 

Of Magic… opent echter nog luchtiger met de enorm licht gespeelde klassieke mars ‘The Wizard’. Philippe Schwartz mag vervolgens nog eens schitteren op euphonium tot bijna onmogelijke toonhoogtes in dit speciaal voor deze cd geschreven ‘Midnight’ van Lucy Pankhurst. Het opent idyllisch over iemand die geesten oproept en zich verleid voelt door zwarte magie. In een duivelse dans wordt de solist gedwongen tot virtuoze techniek. Een prachtige cadens brengt hem in een trance waarin de solist ook de hoogste registers opzoekt en heel even scherp als een trombone klinkt. 

In ‘The Witch Of The Westmerlands’ (van de Schotse singer-songwriter Archie Fisher) is het de beurt aan Kristy Rowe op bariton en de eerder al vermelde John Doyle om te soleren. Het contrast met de daaropvolgende hit uit 1942, het swingnummer ‘That Old Black Magic’ kan amper sterker. Ook ‘The Sorcerer’s Apprentice’ van Dukas behoort tot dit kransje, over een tovenaar die zijn leerling aanmaant het atelier op te ruimen. In plaats daarvan gaat de leerling zelf aan het experimenteren – heel mooi uitgevoerd hier als een soort mysterieuze mars – met alle gevolgen vandien. De orde wordt pas hersteld wanneer de tovenaar zelf terugkomt, de ban breekt en de leerling wegstuurt. 

‘The Age Of Chivalry’ is een conceptplaat geworden waarvan het resultaat mag gehoord worden. De Leyland Band heeft het al jaren moeilijk om de andere topbrassbands bij te houden, maar enkele releases tonen aan dat dit orkest er nog steeds staat. Enkele jaren terug was er ‘By Arrangement’, waarbij de bandleden zelf arrangementen maakten van composities, in 2010 het hypermoderne ‘Penlee’ en nu deze themaplaat… Verzorgde hoesteksten met heel wat duiding maken het geheel nog boeiender. Eén van de weetjes is dat ‘Greensleeves’ in tegenstelling tot wat vaak wordt beweerd niet van de hand van Hendrik VIII zou zijn. Het is gebaseerd op de Spaanse romanesca, die pas na zijn dood op de Britse eilanden zou zijn geïntroduceerd. Men zegge het voort.

Meer over Leyland Band


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.