Het compositiewerk dat Leos Janacek verrichtte kwam erg laat nog in zijn leven, vanaf het jaar 1918 tot aan zijn dood in 1928 in een enorme stroomversnelling terecht. Een mogelijke reden daarvoor kan het succes zijn geweest van zijn opera 'Jenufa' datzelfde jaar in Wenen, een eerste, zij het laattijdige internationale erkenning van de Boheemse componist. Een andere verklaring kan Janaceks patriottisme zijn en zijn vreugde rond het ontstaan van een onafhankelijke Tsjechische staat na de eerste wereldoorlog, een gevoel dat zijn weerklank vindt in een hele reeks Tsjechisch geïnspireerde composities, van de 'Sinfonietta' tot de in het oud-Slavisch gecomponeerde 'Glagolitische' mis. Maar een meer persoonlijke reden is Janaceks liefde voor Kamilla Stösslova, een achtendertig jaar jongere vrouw die hem weliswaar afwees maar zo de muze werd achter onder meer deze twee strijkkwartetten en ook achter de vrouwelijke hoofdpersonages van Janaceks grote late opera's.

Janaceks beide kwartetten zijn programmamuziek en dragen bijnamen. Het eerste is vernoemd naar Tolstoys boek 'Kreutzer Sonate', over de eenzaamheid en de knagende schuld van een man die uit jaloezie zijn vrouw vermoord. Janacek worstelde al meer dan tien jaar met dit materiaal en gebruikte het eerst als de basis voor een verloren gegaan pianotrio. Het tweede kwartet is haast autobiografisch. De bijnaam 'intieme brieven' verwijst naar Janaceks kreupele relatie met Kamille Stösslova; hij wou zijn werk eerst 'liefdesbrieven' noemen maar koos voor het meer neutrale 'intieme brieven'. Het werk is eigenlijk gecomponeerd voor een kwartet waarin de altviool door viola d'amore wordt vervangen. Dit instrument lag Janacek nauw aan het hart, niet alleen omwille van de naam ervan maar ook omwille van de speciale sonoriteit, met zijn extra snaren die mee vibreren bij elke noot die gespeeld wordt. Deze cd stelt daarom twee versies van dit tweede kwartet voor, eentje met altviool en eentje met viola d'amore, wat een wat vollere klank en een heerlijk gesluierd traag deel oplevert maar waarin de hogere moeilijkheidsgraad van dit instrument blijft doorschemeren, ondanks een nochtans erg capabele uitvoering van Garth Knox.

De uitvoering van het Franse Diotima kwartet is uitzonderlijk warmbloedig en turbulent, iets waar de weelderige opnameklank zeker ook toe bijdraagt. De enkele monoritmische passages in het tweede kwartet bezitten een sterke intensiteit maar de algemene indruk van beide werken is er eentje van impulsiviteit en beweging. Zelden wordt de luisteraar veel rust gegund om het voorbije muzikale materiaal te verteren. Speciale speelmanieren, zoals de hese, hoge melodiefragmenten in de eerste viool in het 'adagio' van het tweede kwartet, dringen zich niet op maar maken heel logisch deel uit van de compositie. Elk deel van het eerste kwartet krijgt het bovenschrift 'con moto', 'bewogen' mee en die bewogenheid is dan ook een constante in deze uitvoering, vanaf de quasi improvisatorische cello melodie die het kwartet opent. Fluïde tempi en een natuurlijk maar veelvuldig gebruik van rubato past deze Janacek als gegoten, net als de vele tempo-overgangen die hier zonder moeite in elkaar grijpen.

Janacek schreef maar twee werken in het genre maar zijn strijkkwartetten beginnen meer en meer tot het vaste kwartetrepertoire te behoren. De combinatie van modernisme (zonder tonaliteit volledig los te laten) en Boheemse volksmuziek is uniek en op zich al reden genoeg om deze bewogen uitvoering te ontdekken.

Meer over Leos Janacek


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.