De Tsjechische componist Leos Janacek leefde tijdens de 2de helft van de 19de en in het begin van de 20ste eeuw. Zijn stijl past volledig in deze van zijn tijdgenoten: laatromantiek met een vleugje impressionisme. Hoewel hij bij het grote publiek minder bekend is heeft hij toch een indrukwekkend repertoire bij elkaar geschreven. Hij schreef zowel mastodonten van orkestwerken, zoals 'symphonietta', als eerder intieme kamermuziekwerken. Op deze plaat komt zijn intieme kant naar boven met een aantal werken voor pianosolo en een aantal stukken voor piano met kamerensemble.
Het eerste werk is 'On An Overgrown Path'. Dit is een cyclus van tien korte stukjes voor pianosolo die, hoewel ze ontegensprekelijk een geheel vormen, toch zeer verschillend zijn. Deze composities doen een beetje denken aan de pianowerken van Debussy. De stijl is zeer intimistisch en de componist speelt met de kleurenrijkdom van de piano. De melodieën zijn wel altijd zeer duidelijk aanwezig en komen soms een beetje jazzy over.
Het tweede werk is de pianosonate 'From the Street'. In dit stuk is de componist veel minder intimistisch: af en toe doemen dissonanten op en de klank is veel ruwer. De algemene stijl van Janacek blijft echter bewaard, hoewel zijn muziek nu eerder doet denken aan Gershwin. Het pianospel is veel speelser en de invloeden van de jazz is nog veel duidelijker dan in de vorige compositie. In dit stukje kan pianist Josef Palenicek zijn virtuositeit tot haar volle recht laten komen. De uitvoering is erg doorleefd en het is duidelijk dat de pianist erg lang met deze werken is bezig geweest voor hij ze op plaat zette. Iedere noot is met evenveel zorg uitgevoerd en de muzikale opbouw is zeer secuur.
Het derde werk is 'In The Mist', opnieuw een cyclus van stukjes voor pianosolo. Dit werk past in de stijl van de sonate, alleen is de klank van de compositie nu veel ijler. Janacek gaat op zoek naar nieuwe klankkleuren en dit doet hij door zijn akkoorden erg dun te maken, gecombineerd met een melodie in de hoogste octaven. Dit experiment wisselt hij af met passages die weggelopen lijken uit de sonate. Het resultaat van deze wisselwerking is een boeiend stukje muziek.
De tweede cd is samengesteld uit werken voor piano met andere instrumenten. Het eerste werk is het concertino voor piano, twee violen, altviool, klarinet, hoorn en fagot. Dit is een werk dat Janacek schreef aan het einde van zijn leven. Zijn muziek was toen veel experimenteler dan in de periode toen hij de vorige stukken schreef. De tonaliteit wordt tot het uiterste getrokken zonder echt atonaal te worden. Het is vooral opvallend dat Janacek een veel explicietere klankstijl ontwikkelt. Het opvallendste element daarbij is het contrast tussen het beuken op de toetsen van de piano en de zachtheid van de passages die volgen. Dit is vooral tijdens de dialoog met de hoorn in het begin van het concertino is dit het geval. De componist gebruikt sommige passages om de spot te drijven met ontwikkelingen in de jazz van dat moment. Vooral de klarinetsolo in het tweede deel is daar een sprekend voorbeeld van.
Het laatste werk is het capriccio voor piano en blazersensemble. Dit stuk dateert uit de zelfde periode uit het leven van Janacek als het concertino, maar is in stijl erg verschillend. De componist experimenteert duidelijk veel minder. De koperblazers treden in een dialoog met de piano alsof de piano ook een koperblazer is. De muziek is vrolijk, zonder dramatische invloeden. De componist schreef dit op het einde van zijn leven en het lijkt alsof hij in deze muziek rust gevonden heeft.
Deze plaat geeft een mooi overzicht van de pianowerken van Janacek. De uitvoering van de werkjes voor pianosolo is zeer goed, maar de uitvoeringskwaliteit van de andere muzikanten ligt duidelijk lager. Vooral de klankkwaliteit van de koperblazers in het 'Capricio' is niet optimaal. Dit is toch wel jammer omdat daardoor deze schitterende muziek niet tot haar volle rechtkomt. Desalniettemin misstaat deze plaat niet in een klassieke collectie.
Meer over Leos Janacek
Verder bij Kwadratuur
Interessante links