De 14 tracks die deze cd telt zijn er na iets meer dan drie kwartier doorgedraaid. Echt lang rekken de heren van Le Singe Blanc het dus niet. Slechts één nummer gaat door de grens van 5 minuten. Toch wisselt het artrock trio uit Metz gedurende elk nummer geregeld van jasje al worden de bochten zelden scherp genomen en zijn de veranderingen nooit schokkend. De aaneenrijging van riffs wordt bovendien gekenmerkt door terugkerende delen, waardoor er houvast voor de luisteraar voorzien is.
Daarbij houdt de luistervriendelijkheid dan ook wel op. De bezetting van drum, twee bassen en hier en daar wat elektronica, een stem of een sampletje maakt de muziek niet meteen radiovriendelijk. Vooral de dubbele baspartij zorgt voor de nodige bevreemdende momenten (ook al klinkt er één wel eens als een reguliere gitaar). Terwijl de ene bromt, knort, smoort of zich overgeeft aan noise, kan de andere iets hoger, met akkoorden of zelfs melodischer uitpakken. De vocale bijdrages zijn eerder zeldzaam en overwegend onverstaanbaar "gekweeld", alsof het om een vorm van pseudo-Japans zou gaan. In 'Ramrupt' wordt er even uitgeweken naar foltergeschreeuw en imitatie klassieke zang à la Frank Zappa. 'Noïazfensch' zit een beetje in de dubby sfeer dankzij de echo en de zachte zweepslagbeat. Andere tracks worden dan weer opgefleurd met tekstsamples (o.a. uit Monty Pythons 'Life of Brian'). Het muzikale eindresultaat is nerveuze, geknutselde rock met sporen van metalriffs, hier en daar een shuffledrum of jazzy opvullende accenten.
De vreemde vocalen, gecombineerd met de geregeld veranderende structuur en de bas-drum bezetting zal sommige luisteraars aan het Japanse Ruins doen denken. Voor de vergelijking met deze geweld(ige) tandem is Le Singe Blanc nog niet klaar. De afwezigheid van echte melodie-instrumenten zorgt voor een leeg geluid, waardoor de ritmische contouren belangrijker worden: muzikale scherpte kan zo de ontbrekende 'vulling' van het geluid opvangen. En daar gaat het bij de Fransen mis. Niet dat ze absoluut niet strak zouden kunnen spelen (ze doen het helaas niet altijd), maar de ritmes zijn wat klassiek en stomp waardoor de riffs niet avontuurlijk genoeg klinken. Dit zorgt bovendien voor verminderde contrasten. Hierdoor gaat alles soms wat loom en gemakkelijk klinken, wat het daarom niet echt hoeft te zijn!
Af en toe stijgt de band daar boven uit, zoals in 'A 41' waar een basriff die niet zou misstaan in surfmuziek aangevuld wordt met qua toonhoogte zwalpende akkoorden. 'Schnoudlar' heeft enkele meer hoekige partijen waardoor het geheel net iets lekkerder loopt. Ook 'Cretaradchy' klinkt overtuigender. Dit rock/metal bouwseltje bestaat uit een 5-tal riffs die misschien niet geweldig vooruitstrevend zijn, maar die er wel staan zonder vanzelfsprekend voorspelbaar te worden.
'Witz' is een moedige poging van een band die zich niet wil laten inpassen in het klassieke rockidioom. Helaas is hun antwoord hierop op zich reeds een nieuw idioom geworden met sterkere bands dan Le Singe Blanc.
Meer over Le Singe Blanc
Verder bij Kwadratuur
Interessante links