Laïs draait al mee sinds 1998, maar gek genoeg is 'The Ladies' Second Song' nog maar het vierde album dat de groep op de wereld loslaat. Bang!, hun nieuwe platenfirma na vertrek bij de major EMI, koestert alvast hoge verwachtingen: deze cd zou alles in huis moeten hebben om het ook búiten Vlaanderen en Nederland prima te doen. Volgens de reclameteksten heeft Laïs' muziek immers "meer reliëf" gekregen, en is "de uitstraling meer dan ooit universeel". Je kan je uiteraard afvragen waarom muziek een "universele" uitstraling zou moeten hebben om "universeel" geapprecieerd te worden, en bovendien: wat zou die "uitstraling" dan precies moeten inhouden...?
Goed, promotietaal is steeds een uitdrukking van wishful thinking, en daar is op zich niets mis mee. Maar in dit geval schuilt er toch een bedenkelijke gedachte achter het geschal van de publicitaire loftrompet: impliciet stelt Laïs dat de drie vorige cd's minder "universele" uitstraling hadden, want deze waren nog geworteld in – en we citeren – "de Vlaamse potgrond". Op 'The Ladies' Second Song' zou alles anders zijn: "De meiden van de Kalmthoutse Heide richten hun blik naar de horizon, die een rijk palet aan klanken en kleuren herbergt, en waarin nu voor het eerst ook prominent elektronische geluiden opduiken." Zo geformuleerd lijkt het lijkt bijna alsof Laïs' vorige platen géén "rijk palet" aan de luisteraar boden, alsof alles wat magertjes klonk, achter een té smalle "Vlaamse" horizon. Onzin natuurlijk. Ten eerste was Laïs' voorlaatste cd, 'Douce Victime', óók al een heel eind afgeweken van de "traditionele" sound van de eerste twee albums, aangezien er midi-geluidjes en samples op te horen waren. Ten tweede is muziek waarin veel genre-invloeden worden samengebracht niet per definitie beter dan deze waarin slechts één muzikaal idioom aan bod komt. Een "verruimd universum" is geen garantie voor vergrootte kwaliteit.
En net daar knelt de schoen op 'The Ladies' Second Song'. Track één confronteert je al meteen met Laïs' nieuwe muzikale koers: op het titelnummer – één van de vijf met een tekst van de Ierse dichter Yeats – wordt het ritme aangegeven door een drumcomputer, en klinkt een opvallende elektronische distortionriff doorheen de akoestische gitaar van Bjorn Eriksson. De "electronica" kan echter niet verhullen dat het om een zéér middelmatige song gaat: de melodie is overdreven repetitief, en de refreintekst wordt door de drie zangeressen op een verveelde toon afgedreund. De daaropvolgende nummers overtuigen evenmin. 'Tumbling', een eigen creatie van Jorunn Bauweraerts, is een sympathiek wiegelied en heeft leuke elektronische bliepjes, maar wat betreft melodie en tekst is het een akkefietje. Op 'Ni Vandaag' wordt Laïs zelfs volstrekt ongenietbaar: Bauweraerts, Brosens en Delcroix declameren er op hysterische toon dat hun geliefde vandaag ver uit hun buurt moet blijven, opnieuw ondersteund door gekreun en gebliep van de pc. "Later maar ni nu, later maar ni nu, later maar ni nu, je ne peux plus / Hey gij, komt ni dichterbij, blijft waar da ge zijt, ga ver weg van mij": in verruimde universums wordt er logischerwijs ook in een wondermooi Algemeen Beschaafd Vlaams gezongen.
Halfweg de cd is het prachtige 'Serenade Portugaise' – één akoestische gitaar, een intieme samenzang en een tekst van Charles Trenet – een zeldzaam en kortdurend hoogtepunt: de onderbouw (de melodie) én de bovenbouw (het arrangement) zitten goed, en daarom is deze track – samen met afsluiter 'Witte Bij' – de enige die herinneringen oproept aan de kwaliteit van Laïs' vorige platen. Want hoe je het ook draait of keert: een goede cd komt niet voort uit een verruimde muzikale horizon, maar uit een ruime hoeveelheid goede songs.
Meer over Laïs
Verder bij Kwadratuur
Interessante links