Opgelet: de tekening van een lieve dame op de hoes van deze plaat is niet Koko Cohen! De geschilderde brunette is Cohen zijn bevallige geliefde, aan wie de Nederlander een boel brieven en liefdesgedichten schreef terwijl ze in het verre Clermont-Ferrand zat. Die heeft de creatieve eenzaat gebruikt om te verwerken in een muzikale mallemolen vol speelse elektronica, frivole deuntjes en abstracte plezierpuzzels. Een mens moet iets doen om de tijd te doden.
Dollekermis? Check. Hyperkinetische gekte? Check. De snelle en felle, instrumentale geluidscollage die de Nederlander hier voorschotelt, is een doos die uitpuilt van ideeën en creaties. Een eerste track met veelzeggende titel ‘TGV’ gooit in een razende vaart hoempapageluiden, harmonicastoten en discotunes op een hoop tot een verhakkelde carrousel. Wippende synthesizerlagen veranderen in een kerkorgel terwijl Star Wars-robotgeluiden voorbij hikken. Zo gaat Koko Cohen achttien tracks op rij voor klankmatige onrust en ongemak.
Het gaat zelfs van kwaad naar erger. Met zijn 50 seconden en hakkende drillbeat is ‘Pi de Dome’ (een Nederlandse verbastering voor de vulkaan Puy de Dôme) goed voor pure mal à la tête. Achterstevoren en binnenstebuiten getrokken klanken, fragmenten van treinen en trammen, verhakkelde drum’n’bassbeats, een berg details en begin noch einde transformeren deze korte impressie tot pure chaos. Zelfs wanneer in opvolger ‘Chocolate Pain’ eindelijk eens een menselijke stem mag opduiken, kiest Cohen voor een onoverzichtelijke wanorde van verknipte klanken. Intrigerend klinkt het wel, maar logisch of melodieus aantrekkelijk in geen geval.
Koko Cohen heeft duidelijk lak aan structuur of afwerking. Een idee dat de Hagenees aanreikt, gooit hij na enkele tellen alweer hardhandig overboord. Ook al scheren de meeste muzikale verhalen op dit album tegen de vier minuten aan, het duizelingwekkend hoog aantal plotwendingen gunt geen seconde rust. De drang naar enige kanalisering is op dit ADHD-album dan ook erg groot. Want hoe kan een leuke hiphoptune nu overgaan in een ronkende dreunloop in een ratelend mitrailleurritme in enkele opklimmende toonladers met uitgespuwde beatboxbassen, en dat allemaal op geen dertig seconden tijd? De elektronicabricoleur gunt het zijn aanhoorders niet. Zijn innerlijke onrust uit zich in luidruchtigheid en een overdonderend geheel drukke zapfragmenten met veelal mysterieuze oorsprong. Het beetje zuurstof dat ‘Distant Lover’ met zijn langer aangehouden twostepritme en melodiepulsen schenkt, blijkt uitermate welkom.
‘Clermont-Ferrand’ blijkt het tegenovergestelde van Franse gezapigheid of de charmes van de dame op de hoes. Deze plaat is een toonbeeld van industriële grootstedelijkheid, drukke waanzin en verdrinken in moderne impressies.