Keith Jarrett speelt. Willen alle fotografen daarom stante pede de zaal verlaten? En ineens ook iedereen met een verkoudheid? Of zij die geen anderhalf uur lang de benen kunnen stil houden? Dat Jarrett een briljant muzikant is, wordt algemeen aanvaard. Maar de dag waarop zijn live-optredens niet langer toegankelijk bleken voor een brede schare al dan niet rumoerige fans, is er een waarop alleen het label "elitair jazzsnobisme" lijkt te passen. Natuurlijk vergt het veel van een muzikant om ongeveer anderhalf uur zonder de minste voorbereiding solomateriaal bij elkaar te improviseren. De vraag is alleen in welke mate Jarretts muzikale wispelturigheid zich heeft vastgepind op zijn quasi schizofrene persoonlijkheid. Zou hij immers niet gewoon een genereus artiest kunnen zijn, zoals zijn muziek bij momenten doet vermoeden?

Maar dus: wie de algehele stilte niet respecteert, komt er niet in, of Jarrett legt het concert stil. Alleen het klavier mag hoorbaar zijn. En natuurlijk ook de pianist zijn geneurie op de improvisatie, een gegeven waaraan fans zich naar eigen zeggen al lang niet meer ergeren. 'Rio' is Jarretts laatste album voor ECM en werd live opgenomen in april vorig jaar, in de gelijknamige Braziliaanse stad. Het album is de symbolische veertigste verjaardag van de pianist bij ECM, een samenwerking die in 1971 begon met het solo-album 'Facing You'. In de tussentijd kroop Jarrett nog geregeld solo achter het klavier, waardoor een hele opnamegeschiedenis gedocumenteerd is en men Jarretts progressie in stijl kan opvolgen doorheen de tijd. De grootste historische mijlpalen zijn allicht de 'Sun Bear Concerts', bijna zeven uur muziek verspreid over in totaal 13 tracks, en 'The Köln Concert', een album waarop Jarrett opent met een improvisatie die afklokt net onder het halfuur.

Onvermijdelijk wordt 'Rio' met eerder vernoemde hoogtepunten uit Jarretts revolutionaire dagen vergeleken, hoewel er opvallende verschillen zijn. Inmiddels kiest de pianist alweer voor de korte vorm, waarin hij gevoelige ballades naast meer funky improvisaties plaatst. Men zou Jarrett kunnen verwijten op die manier al te gratuit te werk te gaan: het ontroerende van Jarretts uitgesponnen meesterwerken uit de jaren '70 school immers in de gemoedelijkheid waarmee de improvisator van de ene emotie in de volgende rolde. Voor een muzikaal genie als Jarrett is 'Rio' dan ook geen huzarenstuk: de pianist schudt vijftien grotendeels schitterende werkjes uit zijn mouw, maar een overheersend gevoel is daar, in tegenstelling tot de prachtige verhalen die in bovenstaande albums aan elkaar worden gelijmd, niet aan verbonden.

'Rio' blijft echter een zeer aangenaam album. De vorige Jarrett-opnames waren opvallend donkerder, maar inmiddels liet de solist, in de paar interviews die hij wilde geven, weten dat het goed met hem gaat. Dat straalt af op de soms zonnige muziek, die onbeschroomd durft teruggrijpen naar gemakkelijk in het oor liggende funk of doorwrochte blues. Dat resulteert in gegoochel met en knipogen naar de jazzgeschiedenis, een spel waarin Jarrett onmiskenbaar genoegen schept. Iets minder dan de helft van het album omvat vlot bij elkaar gemusiceerde improvisaties, waarin Jarrett een fundamentele levensvreugde lijkt uit te dragen. Deze virtuoze vingeroefeningen zijn aardig om te horen, maar helaas geen diepgaand materiaal om geregeld naar terug te grijpen. Het interessante aan iemand als Jarrett is gelukkig 's mans veelzijdigheid: wie 'Rio' beluistert, krijgt inderdaad een volledig pianistiek pallet van uitersten aangeboden. Jarrett durft daarbij ook de atonaliteit verkennen en blijft in enkele complexe improvisaties consequent vasthouden aan wrange harmonieën en het afwegen van consonanten tegen dissonanten, wat een extra dimensie aan de plaat toevoegt.

In de meer droevig getinte stukken is Jarrett echter op zijn best. Alleen tijdens deze meer sensitieve passages doet de solist een magie ontstaan die af en toe kippenvel oplevert. De pianist begint immers daadwerkelijk een muzikaal verhaal uit de doeken te doen, nu eens voorzien van puntig commentaar, dan weer met slepende bassen die een sfeer van indringende tristesse opwekken. Jarrett verliest zichzelf nooit in deze heldere, bloedmooie ballades, wat van de eerder experimentele tonaliteitsoefeningen niet kan gezegd worden.

'Rio' is dus geen perfecte plaat, wel een heel genietbare. Momenten waarop de luisteraar echt wordt meegezogen, worden afgewisseld met meer zorgeloze stukken waarin er geen vuiltje aan de lucht lijkt en Jarrett door een vloeiende improvisatie over ostinate bassen erg funky uit de hoek komt. Het album is daardoor niet zo zwaar als ander materiaal van Jarrett, hetgeen deze livesessie de nasmaak van een gemiste kans op grotere ontroering geeft. Liefhebbers moeten zich deze keer dus tevreden stellen met een half meesterwerk.

Meer over Keith Jarrett


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.